Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wandel door den Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wandel door den Geest

(Overdenking van Galaten 5 : 16 —18.) (2e Gedeelte. — Slot.)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„ E n ik zeg: wandelt door den Geest, en volbrengt de begeerlijkheid des vleesches niet. Want het vleeseh begeert tegen den Heest, en de Geest tegen het vleeseh; en deze Btaan tegen elkander, alzoo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet. Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zoo zijt gij niet onder de w e t ."

„Wandelt door den Geest, en volbrengt de begeerlijkheid des vleesches niet. W a n t " , zoo gaat de Apostel voort, „het v l e e s e h b e g e e r t t e g e n den G e e s t , en de Geest t e g e n het v l e e s e h , en deze s t a a n t e g e n e l k a n d e r, a l z o o d a t gij n i e t doet, h e t g e e n gij w i l d e t " , of: opdat gij niet doet, wat gij zoudt willen.
Uit deze woorden zien wij ten eerste, hoe n o o d z a k e l i jk h e t is, door den Geest te wandelen, en ten tweede, w e lk e e n e h e e r l i j k e v r u c h t h e t g e e f t , wanneer wij dat doen.
De mensch meent wel, dat hij eenen v r i j e n wil heeft ^ maar hij bedriegt zich; want hij heeft de omstandigheden niet in zijne hand, om te bepalen en vast te houden, wat hij denken of doen zal. Heeft hij het Evangelie niet, wordt hij daardoor niet geleid, dan is hij een dienstknecht des Boozen en dor wereld; heeft hij het Evangelie wèl, gelooft hij in Jesus Christus, dan is hij een dienstknecht Gods en wordt hij door den Geest Gods geleid. Meent de menscb, dat hij, het geloof hebbende, eenen vrijen wil ontvangen heeft, om nu voortaan naar Gods wil te wandelen, dan zal hij zich vergissen. Juist dit wil de Apostel Paulus ons overeenkomstig de Heilige Schrift leeren. Wij moeten niet denken: Nu geloof ik, daarom moet ik er nu de Wet en de geboden bij nemen, om voortaan de vruchten mijns geloofs te toonen of dankbaar te zijn. Wij moeten niet denken: Nu ik tot het geloof gekomen ben, zal ik het toch wel met de werken klaar krijgen, ik wil nu voortaan de Wet Gods er bij nemen, om er naar te wandelen. Want met dergelijke aanmatigingen van eigen inzicht, goeden wil en kracht komt men toch niet verder. De Geest alleen weet wat goed en wat kwaad is in Gods oogen; do Geest alleen doorziet den ganschen raad der zaligheid Gods voor ons, en kan het ook alleen weten, hoe wij naar dien raad hebben te handelen en te wandelen. Nu wil het vleeseh, d. i. wij, zoo als wij menschen door de zonde in onszelven bestaan, aan den Geest de onbepaalde leiding en bestiering niet overlaten; daartegenover wil de Geest aan het vleeseh de heerschappij niet in handen geven en Hij verzet Zich tegen de eigengerechtigheid, eigenwijsheid en hoogmoed des vleesches. Nu zijn wij zeiven het met het drijven des vleesches eens; wat wij gelooven van God en van Zijne geboden is van nature steeds naar de meening des vleesches. Maar wat de Geest ons leert aangaande God en Zijn gebod, is overeenkomstig hetgeen God ons schonk in Christus Jesus, en de onderwijzing des Geestes bedoelt dit, dat wij als armen en ellendigen gevonden mogen zijn in Christus, in Wien alleen onze wandel overeenkomstig Gods Wet zijn zal. Het vleesch wil half genade, half eigene kracht; de Geest wil geheel en alleen genade; het vleesch wil half God, half den mensch ; de Geest wil geheel God en God alléén; het vleesch wil half geloof, half werk; de Geest wil alléén Christus, alléén en geheel geloof. Wanneer wij denken: Ik geloof, en nu wil ik voortaan goede werken doen, — ik geloof, en nu wil ik mij voortaan op de heiliging toeleggen, — dan staan wij den Geest dwars in den weg, en er komt toch van al die voornemens niets, en er moet ook niets van komen, opdat niet onze, maar Gods wil geschiede. Het vleesch maakt, dat wij het toch met Gods Wet niet gereed krijgen, want vleesch onderwerpt zich niet aan de Wet Gods, en de Geest komt er ook tegen op en maakt datgene, wat wij menschen ons in onzen eigen dunk, onze eigengerechtigheid en hoogmoed voornemen, óók te schande.
Zóó hebben wij dus deze apostolische woorden te verstaan, en niet zóó, alsof hier onder vleesch het zondige of zinnelijke deel des menschen, en onder Geest het betere, edelere deel des menschen zou moeten verstaan worden. Vleesch zijn wij, zooals wij van God zijn afgevallen, en zooals onze gezindheid geheel daarmede overeenstemt; zoodat wij, al gelooven wij, altijd weèr streven, om de Wet en de geboden Gods in eigene hand te hebben, teneinde ze „met hulp der genade" te vervullen. Onder Geest verstaat de Apostel den toestand, waarin wij in Christus Jesus weder in Gods gemeenschap zijn opgenomen, en den Geest van Christus, den Heiligen Geest, Die ons in Christus door het geloof inplantte, en ons in dezen nieuwen toestand der genade houden wil.
W o r d t men d o o r d e n G e e s t g e l e i d , zoo is m en n i e t o n d e r de w e t , dat verzekert de Apostel Paulus in Vers 18. Aan de eeuwige g e n a d e onzes Heeren Jesus Christus behoort geheel en alleen de onbepaalde leiding en bestiering, en wie met die genade bedekt is, wie door haar geleid wordt, die is niet meer onder de heerschappij der verdoemende en drijvende wet, zoodat hij nu zou moeten denken: I k moet die wet vervullen, want anders word ik niet zalig, en ik moet trachten mij door die wet te verbeteren ; — want dit alles, nml. het handelen en wandelen volgens Gods Wet, het bewaren van Gods geboden en rechten, het doen van Gods wil, en zóó te leven, dat wij onstrafïelijk bevonden worden in den dag van Christus, — het is alles begrepen in de eeuwige genade over ons.
Erkennen en belijden wij dus, dat wij schuldig zijn, Gods wil in ieder opzicht te doen, maar dat zulks bij ons niet wordt gevonden; dat ons zulks echter geenszins verontschuldigt, en dat wij dus de toevlucht nemen tot den troon der genade in het bloed van Christus, — zoo laat ons daarbij dan ook blijven, en dat niets ons daarvan afbrenge. Laat ons vasthouden aan deze genade; laat ons alzóó door Geest wandelen, zoo zal het vleesch, dat ons allerlei vroomheid en heiligheid voorhuichelt, zijnen wil bij ons niet krijgen; laat ons niet toegeven aan des duivels inblazing, alsof het geloof niet genoegzaam zou wezen; zoo zullen wij wel ondervinden, dat de Geest der genade ons leidt in den weg der gerechtigheid en der waarheid.
Yraagt iemand: „Maar wat zal ik dan aanvangen met mijne zonden, die ik toch wel gewaar word ?", dien zij geantwoord : Uit die zonden moge u des te meer blijken, hoe noodzakelijk het is, om aan de genade vast te houden; tegenover die zonden redt ons de genade alleen; zonder haar zijn wij verloren; alleen de Geest der genade leidt ons in het spoor der gerechtigheid om den wille van den Naam des Heeren. Wie dus Gods wil en Zijne geboden wenscht te volbrengen, die leere uit zijne zonden verstaan, dat hij zulks niet kan, maar hij blijve bij de genade; hij houde zich aan Jesus Christus in het geloof, zoozal de Heilige Geest hem alzóó leiden en regeeren, dat de belofte der genade ook vervuld wordt, j a deze heerlijke belofte : „Ik zal maken, dat Gij in Mijne inzettingen zult wandelea en Mijne rechten zult bewaren en doen!"
15 September 1895. W. E. M. E.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juni 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

De wandel door den Geest

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juni 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's