Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Correspondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Correspondentie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ommen, 19 Juni 1898. — Heden was het voor deze Gemeente een blijde dag, waar zij het mocht ervaren, dat de goede Herder voor Zyne Gemeente zorg draagt. Na anderhalf jaar, wegens het overlijden van den WelEerw. Heer Ds. W . E. M. Engelberts, zonder eigen leeraar te zijn geweest, werd in de voormiddaggodsdienstoefening tot de bediening des Woords alhier ingeleid de WelEerw. Heer Ds. H. G. U b b i n k , van St.-Johannesga overgekomen. De WelEerw. Heer Ds. J. A. v a n B o l h u i s, predikant te Weesp, zijn zwager, leidde Z.W.Ew. tot do Gemeente in met eene leerrede over Joh. 4 : 3 5 — 3 8 : „Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: heft uwe oogen op en aanschouwt de landen, want zij zijn aireede wit om te oogsten. En die maait ontvangt loonT en vergadert vrucht ten eeuwigen leven, opdat zich te zamen verblijde, beide die zaait en die maait. Want hierin is die spreuk waarachtig: Een ander is het, die zaait, en een ander, die maait. Ik heb u uitgezonden, om te maaien hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hunnen arbeid ingegaan". — Des namiddags hield Ds. Ubbink zijne intrede met eene leerrede over Hand. 9 : 3 1 : „De Gemeenten, dan, door geheel Judea, en Galilea, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreeze des Heeren, en. de vertroosting des Heiligen (ieestes, werden vermenigvuldigd". —- Bij beide godsdienstoefeningen was het kerkgebouw meer dan gevuld door eene talrijke schare. God de Heere zij den nieuwen leeraar tot hulp en sterkte en zegene bij voortgang de onderwijzing Zijns Woords tot bloei en welzijn dezer Gemeente.


Van geachte zijde ontvingen wij een tamelijk uitvoerig schrijven aangaande het jubilé van Ds. G. W. L o c h e r , predikant der Nederd. Herv. Gem. te Elspeet, die den 19do" Juni l.L den dag mocht herdenken, waarop hij 25 j a r e n geleden d& bediening des Woords in de Nederl. Herv. Kerk aanvaardde. Gaarne deelen wij onzen Lezers den inhoud van dat schrijven mede.
Na door de prediking van Ds. H. E. Kohlbrügge tot het licht der waarheid te zijn gekomen, verkondigde Ds. Locher het eeuwig Evangelie der genade Gods in Christus in Zwitserland en het Zuiden van Rusland. Den 21ste" Juni 1873 werd Z.W.Ew. door zijnen broeder, wijlen Ds. Th. J. Locher, al» herder en leeraar der Nederd. Herv. Gem. van Garderen opde Veluwe bevestigd. Sedert mocht hij, wel is waar onder veel tegenstand om der gerechtigheid wil, maar nochtans velen ten zegen, gesterkt door den Heere in getrouwheid het predikambt achtereenvolgens bedienen in de Gemeenten te Hengeloo- (Gelderland), Aalst en Elspeet. Bij het lijden om des Woord» wil bleven hem ook andere beproevingen niet gespaard, met name toen de Heere zijne geliefde gade na eene zeer smartelijke ziekte tot Zich nam, —• een des te zwaarder verlies, daar zij, die met haren man uit eenzelfde Woord leefde, hem gedurende bijna 25 jaren, ook in moeilijke omstandigheden, tot eenen grooten steun was. Toch mocht zijn neef, Ds. J. C. S. Locher van Birdaard, ziende op het verleden, in de voormiddag-godsdienstoefening met blijdschap optreden met de prediking: „Geloofd zij de Heere; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze Zaligheid. Sela. Die God is ons een God van volkomene zaligheid; en bij den Heere, den Heere, zijn uitkomsten tegen den dood" (Ps. 6 8 : 20 en 21); en de jubilaris zelf vertroostte in de namiddagbeurt zichzelf en anderen met het woord Ps. 118: 18: „De Heere heeft mij wel hard gekastijd, maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven".
Onze briefschrijver eindigt met den Heere te danken voor het Woord der vertroosting, dat Hij nu sinds vele j a r e n aan Zijnen dienaar heeft toevertrouwd, opdat hjj daarmee anderen en zichzelf zou verblijden. God zij ook verder om Christus' wil zijne hulp en sterkte, in de jaren, die het Hem behagen mag Zijnen dienstknecht nog te schenken, en doe het zaad des Woords, door hem uitgestrooid, ontkiemen en vrucht dragen ten eeuwigen leven, overeenkomstig het woord Ps. 126 : 6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juli 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Correspondentie

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juli 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's