Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heilige God handhaaft Zijne heilige Wet; die zal Hij niet door de vingeren zien. Hij wil den mensch volstrekt naar Zijne Wet hebben; Zijne heiligheid brengt zulks mede. De Zijnen zullen heilig, zullen naar Geest zijn, zullen met Zijne wetten in overeenstemming zijn. Maar zóó wil Hij Zelf hen maken. Doch zij van hunnen kant, zullen erkennen: het hoogheilige, het geldige, goede, ware en rechtvaardige der Wet; en hoe zij gehouden, geroepen en verplicht zijn deze Wet niet in den weg te staan, wijl in het doen van dezelve toch ook alleen hun heil en hun leven is. Maar daar behooren zij des te meer hunne zonde, hunnen grooten, zwaren nood, hunne overtredingen te belijden; te belijden, dat aan hen geene vezel is, om iets van deze Wet lief te hebben, veel minder het na te komen. Zoo behooren zij derhalve gansch en al van eigen werk, van heiligheid, van eigen loopen en willen, gansch en al van de Wet afstand te doen, zichzelven te veroordeelen en Gode recht toe te kennen; te bekennen, welke die gerechtigheid is, die voor God geldt, dat is, dat zij God gelooven, hoe Hij in Christus Jusus, tot roem Zijner genade, alles in rechtheid gebracht heeft, en Zijne geloovigen, door Zijnen Geest, alzóó leidt, dat geene Wet tegen hen is.
__________
Ondervindt men na lang wachten op God, hoe kostelijk Ilij weet te troosten, hoe geheel wonderlijk en verrassend Hij weet te helpen, zoo geeft zulk eene bevinding ook hoop, hoop op God, Die het nu ook verder maken zal. De ziel lag in droefheid en nood en werd van angst verteerd; daar ontvangt zij een geheel onverwacht bezoek van het heil des Heeren. Hij Zelf openbaart Zich in Zijne voorkomende genade, in Zijne waarheid, in Zijne macht, in Zijne liefde en trouw met hartelijke ontferming. Zulk eene van den Heere ontvangen verkwikking is juist naar de behoefte der ziel berekend. Gelijk zij geroepen is ten eeuwigen leven, ter eeuwige zaligheid, zoo is het er haar om te doen, dat zij het einde des geloofs, door den Heere in haar gelegd, hare zaligheid, moge wegdragen; maar nu is zij vanwege hare zonde en haren nood in zulk eene aanvechting gekomen, dat zij meent verloren te gaan en niets anders verwacht dan eeuwig om te komen. Doch nu van den Heere en van Zijn heil verkwikt zijnde, maakt zoodanige verkwikking in haar de hoop levend: de Heere zal het voleindigen.
__________
Men moest zijnen God toch vertrouwen, Hij is onze Hulpe en ons Schild. David heeft het ervaren, daarom heeft hij het uitgesproken en den 8 48ten Psalm gegeven aan alle bedrukten en aangevochtenen en ons tot troost, om zijnen God te prijzen, in Hem het woord Zijner trouw te prijzen. Ervaren hebben het al Zijne heiligen, ja allen, die zich aan God den Heere overgeven, zij zullen het ondervinden, dat Hij is eene Zon en Schild. Bij het terugzien op den reeds afgelegden levensweg, bij de herinnering aan al het daarop doorgemaakte zal men toch blijmoedig, tot Zijnen lof, bekennen: „ja, Gij, mijn Heere God, zijt mij eene Zon en Schild". Zijn woord, Hij heeft het gehandhaafd en zal het handhaven: „Wie is onder ulieden, die den Heere vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternis wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des Heeren en steune op zijnen God" (Jes. 50 : 10), en uwe zon zal niet meer ondergaan, en uwe maan zal haar licht niet inhouden, want de Heere zal u tot een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen.
__________
Wij menschen zitten gewoonlijk in allerlei zonden en ongerechtigheid, en behoeven het niet zoo in de verte te zoeken, waarom wij zondaars zijn ; de Wet zegt het ons letterlijk genoeg, waarin wij overtreden. Van die overtreding doen wij echter niet gaarne afstand. Daarom hebben wij van nature veel meer hart voor een evangelie, dat ons met de overtreding zalig spreekt, dan voor het Evangelie Gods, dat ons i n de overtreding zalig spreekt, opdat wij van elke overtreding mogen afgekomen zijn. De zelfheiliging behaagt den mensch meer dan de heiliging in den Heiligen Geest. Wij willen voor de zonde liever boeten door een dagelijksch afsterven naar eigen keuze, dan het voor waarachtig houden : heden of morgen sterft gij, en gij hebt u te buigen onder Gods toorn en verbolgenheid en uw huis te bereiden. Wij steunen liever op ons inwendig leven, dan op het offer van Christus Aldus spreekt echter des Heeren woord: „Laat los, en gij zult losgelaten worden". Overeenkomstig dit woord beveelt de Heere ons, dat wij ons onder Zijnen toorn en Zijne verbolgenheid zullen buigen, erkennen zullen, dat wjj stof, aarde en assche zijn, en den dood hebben verdiend, en dat wij ons alleenlijk te verlaten hebben op datgene, wat Hij eens voor altijd volbracht heeft in onze plaats.
__________
Zoo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. Diit nu is de Geest van Christus, dat de Vader verheerlijkt worde. De Vader wordt niet verheerlijkt, wanneer liet kind nog cenen naam bij den Naam des Vaders wil hebben; het kind heete zondaar, en de Vader zij genaamd: genadige, goede, barmhartige, getrouwe, lankmoedige Vader. De Vader wordt niet verheerlijkt, wanneer het kind bij het Rijk des Vaders een rijk der gerechtigheid en van goeden wandel in eigen hand wil hebben. Het kind heete goddelooze, — en alleen de Vader: rechtvaardige Vader. De Vader wordt niet verheerlijkt, wanneer het kind zijnen eigen wil doen wil, en dien voor des Vaders wil laten doorgaan; liet kind heete: ongeschikte, machtelooze, onverstandige, — en de Vader heete: de alleen wijze God. Dat is de Geest van Christus, dat Christus verheerlijkt worde, dat wij niet langer bij onszelven zeggen: „ik heb zonde, daarom zal Hij mij dooden, want de zonde is te groot"; maar dat wij Hem erkennen als den Zondenuitdelger; want die Hem anders wil kennen, aan dien kan Hij Zich niet bekendmaken. Dat is de Geest van Christus, dat wij zondaars zijn en blijven in alle verbrijzeling des harten en in alle blijdschap des vertrouwens tot Hem, en dat wij de zalving niet namaken, welke alleen van Zijn gezegend hoofd afdruipt; want Zijn Geest duldt geene gezalfden, die Hem gelijk zouden willen zijn, die nevens Hem met hunne zalving iets zouden willen gelden. Christus komt de zalving toe! Christus de kroon! Hij is het alleen. Dat is de Geest van Christus: dat wij niet denken: nu nog dit gebod, dat gebod, dat wij ons niet zelf heiligen in wijding van onszelven, maar dat wij naakt en ontbloot gedurig tot Hem gaan, door alle donkere wolken heen van zonden, verdoeming en vloek der wet tot Hem roepen en opzien, Die aan des Vaders Rechterhand zit, en "Wieii alles onderworpen gemaakt is, en dat wij op Zijne genade wachten en uit Zijne volheid het nemen, zooals Hij ons alles bereid heeft, en dat wij niet vragen naar het „doe dat", maar naar Hem, Christus, eenig en alleen. — Dat is de Geest van Christus; zoo iemand dien niet heeft, die komt Hem niet toe; maar wie Christus alleen erkent en zich alleen op Hem verlaat, die heeft dezen Geest, die eert zichzelven niet, zoekt het niet in zichzelven, maar hij zingt het Lam het lied: „ G i j hebt het gedaan!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 maart 1899

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Gedachten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 maart 1899

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's