Proeve van pensioenregeling voor werklieden en huns gelijken - pagina 14
10
SLAAF EN WERKMAN.
hooren
wil
soms
;
Tegenover
zelfs
korzel
men
wordt, als
men
moet
dezulken
er
van spreekt.
maar zonder
zwijgen,
niet
ophouden ook op dit punt liet recht uitroepen, opdat allengs heel het land aan dien klank gewenne, en door den redetwist over dit rechl^ ook wie nu nog tegenstaat, overtuigd moge worden.
we
Gelijk
voor
in de electorale quaestie reeds in
lagere volksklassen spraken, zoo doen
de
werkman
den
en
veel
min
actie
kon een
een
gold het een recht, op grond waarvan
als
instellen;
wel
derhalve die
bij
de
maar
doen
tekort
Heere over den mensch
Zoowel
ook
in
de
werkman verworven was
kleefde, of door den
nog
onthouden
recht
we het nu
Niet natuurlijk, alsof hier een recht gold, dat
pensioenquaestie. in
1872 van
als
in dien zin, dat dit recht
is
aan
de ordinantiën, die
mensch heerschen
electorale quaestie, als hier,
hem
;
hij
te
God de
doet.
moet de werkman
verstaan, dat het hier een dier vele rechten geldt,
vrucht van de zondige ontreddering van ons menschelijk
als
leven, eerst van lieverlede, en nooit anders dan op gebrekkige wijze,
aan hun uitoefening toekomen
maar niettemin moet rusteloos op aambeeld geklopt en doorgeklopt, overmits zonder het geweld van den voorhamer veel doove ooren het geroep van dit recht ;
dit
nooit opvangen.
Onze rechtsbedeeling op aarde
is
volstrekt niet hel recht.
Zoo willen de heei'en pantheïsten het wel, maar zoo
Immers het recht op aarde en
besteld,
kan
recht
het
den mensch, en
over
al
is
alleen besteld
wat des menschen
zeggenschap heeft, omdat Hij ze
aan
daarbij
anders
iets
dan
is
het niet.
nooit anders dan door menschen
worden door Hem die is, daarom volstrekte
als zijn creaturen schiep,
aan
zonder
eigen vrijmacht gebonden
zijn
te zijn.
Het
op aarde door menschen besteld wordt,
recht, dat
anders,
iets
onvolledige,
kan
en
soms
nooit
zeer
iets
zwakke,
anders
een
zijn,
enkel
averechtsche uitdrukking van dat door
God
dan
maal
is
nooit
gedeeltelijke, zelfs volstrekt
bestelde recht.
Toen krachtens het hier te lande destijds geldende recht de martelaren hun bloed op het schavot vergoten, was de uiting van het recht Gods in dit aardsche recht volstrekt auerechtsch. Wel moet de onderdaan desniettemin voor het in zijn land door de
Overheid
recht
is,
bestelde
veeleer
gehoorzaamheid
recht zwichten, edoch, niet wijl dit altoos
niettegenstaande
wille.
het
vaak onrecht
is,
om
der
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895
Abraham Kuyper Collection | 112 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895
Abraham Kuyper Collection | 112 Pagina's