E voto Dordraceno - pagina 403
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.
ZOND.
op
standpunt
dit
kortom
dat
hebbe,
bepaalt
zich
men
dat
is,
XXV.
403
I.
geen Kerk en geen Bijbel en geen Sacrament
middelen
alle
HOOFDSITJK
terzij
worden geworpen, en dat
alles
de rechtstreeksche inwerking en inspreking in ons van
tot
den Heiligen Geest.
Nemen we dan
bijéén,
G ereformeerde en
de Roomsche, de belijden
der Enthousiasten opiniën
dat de eigenlijke kracht en werking uitgaat
allen,
van den Heiligen Geest, maar met
dit
onderscheid, dat
de Roomsche
1.
deze werking van den Heiligen Geest geheel bindt aan de werking
kerk
der kerk; 2". dat de Enthousiast deze werking van den Heiligen Geest van
de kerk geheel losmaakt
werking
deze
bij
en
;
rechtstreeks en deels door het middel der kerk
deels
Rome nimmer
laat werken. Bij
dat de Gereformeerde den Heiligen Geest
3".
een rechtstreeksche werking, maar altoos
de werking der kerk. Bij den Enthousiast nimmer een werking der kerk,
maar
alle
ééne
de
werking,
tweeërlei
En
werking, onmiddellijk en rechtstreeks. rechtstreeks,
bij
ons daarentegen
en de andere middellijk, door
de genademiddelen die Christus heeft ingesteld. Hieruit
kerkvader Eenerzijds
Augustinus beleed
Roomsche
het zich dan ook, dat én de
verklaart
onze, beide op Augustinus teruggaan.
metterdaad
Het kan toch
tweeërlei
kind
kerk, én de
niet ontkend, dat de in
zijn
schoot droeg.
een werking van het Drieëenig Wezen, zoo alles-
hij
en overweldigend, dat zelfs de Synode van Dordrecht niet
beheerschend
schooner noch heerlijker dan Augustinus, Gods vrijmachtige souvereiniteit
maar ook
geleeraard
heeft;
goddelijke
werking,
anderzijds leidde
hij
den stroom van deze
onverhoeds in de bedding der kerk
vrij
at,
en ver-
nietigde ze daardoor voor het persoonlijk geestelijk leven. Dit Goo?sbegrip
en
van Augustinus moesten daarom ten
A;e»-ibegrip
dit
geraken,
en
leste in botsing
kan niet onjuist gezegd, dat het fcerAbegrip van
misschien
dezen machtigen geest almeer de gestalte der Roomsche kerk heeft bepaald,
omgekeerd
terwijl
Reformatie. zijn
Wat
geniale
gevolgtrekkingen
saam
uit
strijd
zijn
om
de
kerk,
wij
de geheel eenige uitnemendheid van
kon wonen, moest uiteengaan, zoodra de
Godsbegrip
met de
consequentiën
van
zijn
kwamen.
houdende aan de zuivere
bespreken ook
van
Augustinus
in
godsvrucht
kerkbegrip in
Ons
6rorfsbegrip het aanzijn schonk aan de kern der
zijn
lijn
door onzen Catechismus getrokken,
dan de genademiddelen, niet
maar
als
als
genademiddelen waar-
genademiddelen waarvan de Heilige Geest zich
bedient, en waarbij de kerk slechts in ambtelijken dienst optreedt. Hierbij
echter
deze
streng
er
aan
genademiddelen
vasthoudend, bedient,
er
dat de Heilige Geest, die zich van
slechts
voorzóóver
aan
gebonden
is,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's