E voto Dordraceno - pagina 123
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.
XL. HOOFDSTUK
ZOND. voor
het
125
V.
van onzen naaste en voor ons eigen leveu op ons rast,
leven
dan valt ook geheel deze zaak onder het zesde Gebod, en tigheid
onvoorzichtigheid bloedschuld.
of
uitgemaakt
door
de
Wet
En
op de Melaatschheid.
Een
pestilentie.
zich voortplant niet alleen door aanraking
met den kranken
vraag
nu maar
is
:
is
maatregel
regel heeft
God de Heere
opdat
man
dien
Of wel
de
zelf
met het oog op
God de Heere
heeft
ontsmet
het
hij
met
gelast, vrij
antwoord
zal
verordend, dat die aanraking gemeden, dat
en dat kleed desnoods vernietigd zou worden?
God de Heere,
zoo beslist en stellig mogelijk:
melaatschheid of
geen
verkeeren in zijn huis te gaan, en zijn kleeren aan te raken?
te
huis
kan
om
waken ? En ook heeft God
menschen, die nog gezond waren,
overige
De
anderen niet besmette? Of wel heeft
hij
gelast tegen de besmetting van anderen te
Heere
de
nemen,
te
maar
persoon,
deze pestilentie gegeven. Heeft Hij den melaatsche onderwezen,
hem
een in
pestilentie die
kleed of het betrekken van zijn woning.
zijn
Welken
nu wordt
Melaatschheid
hooge mate besmettelijke en aanstekelijke
ook door aanraking met
er bij nala-
is
geheel deze zaak
zendt,
krijgen,
En dan
is
die zelf de
zonder wiens bestel niemand de melaatschheid
en heeft
niettemin zelf gelast, dat op allerlei wijze de
melaatsche, en zijn kleed, en zijn huis buiten aanraking zou worden gesteld
En waar God
en zou worden ontsmet.
Daar bekennen en
neder.
en
woordelijkheid
gelegd
is.
En
belijden we, dat op ons
lig
We
is
het hier de plaats niet,
om
dit alles in
verband met Gods
menschen werk en de natuurkrachten
's
toe te
zwichten hier niet voor een redeneering, maar voor een
wat God Almachtig verordineerd ordinantie hebben,
is
heid
is
heeft.
het uit
;
stel-
Immers waar we
zulk een duide-
daar voegt ons geen verder redeneeren,
gehoorzamen het eenige wat ons
mand
als zijn
schepselen betaamt.
zulke verantwoordelijkheid op ons rust,
voren
bij
En
als
een
een roodvonkzieke
is
arts,
maar
die een
geweest, en
niet tegenover andere
kraamvrouw hij
steekt die
bezoekt, even
kraamvrouw
aan, en ze sterft, dan voelt al het volk, dat die arts schuldig staat
het
hoop
Nie-
toch zal hier de bewering opwerpen, dat wel tegen de melaatsch-
besmettelijke ziekten. te
Gij zult niet dooden.
gebod, voor een besliste uitspraak van den Heere in zijn woord; van
lijke
en
menschen de verant-
daar beseffen we de klem van het zesde Gebod van Horeb,
Kaad, Gods Voorzienigheid, lichten.
zoo stel-
aansprakelijkheid voor het leven van onzen naaste
de
dat ook in zulke toestanden ons toeroept:
Natuurlijk
Woord
de Heere in zijn
daar buigen wij voor dat Woord onzes Gods ons in eerbied
spreekt,
lig
is
wel voorgekomen dat het verontwaardigde volk voor
liep.
;
en
zijn huis te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's