E voto Dordraceno - pagina 270

270

ZOND. XXII. HOOFDSTUK XI.

den Thorah aan Israël voorschreef?

zelf in

dat

Wet van Mozes

de

volkomen

kan

vervulling

Ja, spreekt het niet vanzelf,

na deze bekeering van heel Israël

eerst

komen,

die

tot die

het oude volk nooit vond?

bij

zij

En hoe

zou de weeroprichting van tempeldienst, priesterschap, offercultus,

sabbat

en

maan,

nieuwe

ooit in strijd

kunnen

zijn

met de openbaring

des Heeren in Christus Jezus?"

Voor hen, verklaard

die zien,

te

XL— XLVni teekeniug

is

penseeld.

En

Oud-Testamentische

alle

uitvoerig als Apoc.

zoo

afgewerkt mogelijk.

zoo

wenschen

letterlijk

hiertegen natuurlijk niets in te brengen. Ezechiël

is

twintigmaal

is

profetie

Elke trek er in

XXII: met

is

gaat ge nu eenmaal uit van het standpunt, dat

1

— 6.

De

studie ge-

men

al

zulke

profetieën in vleeschelijken, uitwendigen, letterlijken zin van het vleeschelijk

heeft

Israël

om

recht, is

verstaan,

te

dan spreekt het vanzelf, dan mist ge ook

weg

wilkeurig den tempeldienst

te

cijferen.

Immers

die

elk

tempel

hier zelfs hoofdzaak in de schildering.

Doch nu

ge

ziet

ook

aan

reeds

onhoudbaar deze geheele voorstelling

Om

tweeërlei oorzaak

:

Ten

is.

omdat

eerste

ééne profetie, hoe volkomen

deze

in alle

andere profetieën steeds

en onveranderlijk de berg Sion het middelpunt der Godsvereering en de berg

Gods heiligheid was

van

Sion

visioen

uitvalt,

terwijl hier bij

;

Ezechiël in het Tempel-

en een der eens verworpen bergen van Efraïm tot

drager van Gods tempel wordt gekozen.

En

ten tweede, en dat veel sterker

nog, omdat de letterlijke opvatting van de profetie dezen Christen,

Baumgarten, van

wraakt,

genaamd

de zonde verleid heeft, die de heilige apostel zoo schriklijk

tot

namelijk

terucf

niets anders is het, als

te

vallen in het

Want

Jodendom.

dat en

Baumgarten en met hem Auberlen, nadat eenmaal

het bloed van den Goël op Golgotha gevloeid heeft, en niettegenstaande

de

waarschuwing

uitdrukkelijke

Hebreen,

weer

toch

rammen der

ons.

Christenen

;

zijn

zal,

en dat dus

Schaduwen

in

dat

God

feitelijk

den brief aan de Galaten en aan de

de heidenen, toch weer toe durft roepen,

uit

we naar de Aaronietische

dat

in

bedeeling lust

terug moeten

dat het einde

;

heeft aan het bloed ran stieren en

heel de heerlijke belijdenis, dat de Dienst

het werk van den Middelaar afgedaan

als

logen of

lijdt

dan ook

is,

zelfbedrog wordt ten toon gesteld.

Reeds

op deze ééne profetie van Ezechiël

heel deze Chiliastische wijze van de verklaren, schipbreuk.

En

dit is

XL--XLVni

O ud-Testamentische

profetie te willen

natuurlijk. Dit kan niet anders. Immers

heel het Chiliasme dankt zijn oorsprong aan de eenzijdigheid van de Joden-

Christenen, die na Jezus' hemelvaart

de

hun

Christelijke Religie wilden indragen.

vleeschelijke verwachtingen in

Hiertegen trok niemand sterker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen