E voto Dordraceno - pagina 199
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND. IX. HOOFDSTUK
en
eenvoudig
even
gevoelt,
van den wil des Heeren ingewikkeld
bij
193
II.
nu de werking
geleidelijk en natuurlijk als
de planten en stroomen
even saamgesteld,
is,
dooreengevlocliten worden de beschikkingen Gods zoodra
en
deze tweede oorzaken gaan werken.
en
goddelijke
dat
men hierom
En
het
is
om
deze meerdere majesteit
die in dit beheerschen der tweede oorzaken ligt,
wijsheid
vooral en hieraan in bijzonderen zin den
naam van raad
des Heeren heeft gegeven.
Deze
raad
Heeren
des
nu
engelen en over de menschen,
zij
over alle redelijk schepsel, over de ze
nog stonden of gevallen
zijn
;
en
hemelsche of aardsche personen, maar ook over hunne
over
enkel
niet
gaat 't
familiën, geslachten,
stammen, natiën en volken; over de dooreenstrenge-
ling en afsluiting in het leven dezer volken
;
en alzoo over heel de mensch-
heid in al haar vertakkingen en in al het verloop van haar geschiedenis.
En
nu
hier
is
en gansch majestueuse
het, dat zich ontdekt die groote
beschikking of voorbeschikking des Heeren, die onder alle deze millioenen
en billioenen van wezens, én het leven van elk wezen op zich zelf én het
verband
van
saam, én het richten 'van den enkele en van de ge-
allen
heelheid op zijn hoogste einde, bepaald heeft.
Nu
toch ontstaat er tweeërlei wet en ordinantie. Eenerzijds de wet die
God
de Heere aan engelen en menschen gaf, in zooverre
zijn,
opdat
en
zij
de wet des levens die God de Heere
anderzijds
voorgenomen,
zij
om
dienovereenkomstig het
den enkele zoowel
van de geheelheid
als
lot
bij
tweede
de
zulk
een
twee
bepalingen
En
wil, zelf
heel
hoogste,
en,
te leiden {zijn
zijn
God handelen,
mensch
En daarom
zich vermeet,
is
het
om
die
met onderlating van Gods geopen-
naar Gods verborgen wil
te willen
handelen.
vanzelf tot onze slotsom.
juist daarin dat
tweede
vrije
toch
keeren,
te
komen we dan
zoo
Immers de
wet handelt God met den mensch.
om
had
en
zelf te regelen
schrikkelijke hoovaardij, zoo een
zich zelven
;
van engel en meusch, van
verborgen wil.) Naar de eerste wet moet de mensch voor
naar
baarden
tweede oorzaken
zelven die wet volbrengen zouden {zijn geopenbaarden wil)
God de Heere
deze twee deed,
t.
w. én dat Hij
oorzaken in engel en mensch zelf inschiep, én dat Hij
het aanzijn van de engelen- en menschenwereld richt op een
door
Hem
verordend oogmerk of einde, en bewerkt dat
reikt wordt, daarin vooral
wordt die raad Gods
„raad" in vollen
dit
be-
zin,
en
wel gelijk onze Catechismus het uitdrukt, een eeuwige raad.
Overweeg toch dingen altoos deze eerst alzoo
wel, dat de opeenvolging in het tot stand is
:
Eerst
komt de zaak
E VOTO DOBDR.
I.
is
er een gedachte,
tot stand.
Een
dan
is
veldheer, die
komen
der
er een woord, en
met
zijn
13
troepen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's