E voto Dordraceno - pagina 271
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.
ZOND. XLIVa. HOOFDSTUK.
nen
zekeren
273
III.
heeft pogen te verzekeren, altoos gebleken
kring
dat er
is,
onhoudbare toestanden geboren werden, en dat de ontwikkeling van onze menschelijke natuur er door werd gestremd. Het schijnt wel, dat de eindelooze
en gisting, die van de bestaande ongelijkheid het van-
woeling
wrijving,
werkend gevolg
zelf
natuur
lijke
Maar wat
en voor het leven der menschheid niet kan worden gemist.
hier ook van aan
Er
anderen.
voor de gezonde ontwikkeling van onze mensche-
is,
kinderen;
mannen,
zijn
mannen zonder anderen
ook
anderen
vluggen maar ook
derloos, anderen te laten
dorre
Er
sterven.
De een woont
onder de keerkringen. Gij
er
het
deel
maar ook
al.
aan:
Sommigen
hun
tafel
om
die
sterven kinal
hun kroost
een vruchtbaar land, de ander op de
zijt
Nederlander, een ander
is
Turk gebo-
weer de een een Zeeuw, de ander een Fries. Kort-
is
het leven verschilt en
eenvoudig
zijn
oud worden, maar
Hier nijpt een koude als op IJsland, ginds drukt zwoelheid
ren; in Nederland
om, heel
in
die
er die gelukkig,
zijn
hebben bijna geen plaats
aanzitten.
heide.
tra-
gespeend. Er zijn er wien het
alle wilskracht zijn
vroeg
die
grijsaards; gezonden
droomers; mannen met, maar
suffers en
ongelukkig huwen, alsook die niet huwen met
als
volwassenen maar ook
maar ook wien het tegenloopt; menschen
mee-,
ook
die
;
niet te ver-
personen die branden van wilskracht, maar
talent;
aan
nu eenmaal
zelf is
maar ook zwakke
gen; scherpe denkers, maar ook
ook
feit
maar ook zwakken
sterken
;
het
maar ook vrouwen;
jongelingen
krachtige
maar ook kranken
zij,
niet.
levensgeluk
En
is
ongelijk.
Volmaakt
gelijke toestanden
deze factoren saam brengen teweeg, dat
alle
van den één zooveel kleiner of grooter
dan van
is
den ander.
Nu
is
dit
dat
blik,
nu
dan
er
nog
levensgeluk altoos betrekkelijk. Denkt ge u voor een oogen-
hooger
nooit
Eskimo's
de
levensgeluk
aarde bekend ware geweest,
op
genieten, zoo zou een ieder in dien toestand
tevreden zijn en geen gevoel van ongeluk zou drukken
;
eenvoudig omdat
niet beter en niet anders wist of zóó en zoo alleen hoorde het. er naast
uw
levenstoestand zich een andere levenstoestand vertoont, die iets
en gelukkiger
rijker
is,
dreigt dit
uw
tevredenheid te rooven en u daardoor te
ontnemen ook het deel geluks dat ge hebt. Het
is
de vergelijking die het kwaad
Ben
sticht.
een meerder deel en ik een minder ?
als
Waarom hij hij ? Kon hij
niet in mijn plaats en ik in de zijne staan ?
zal
ik
even goed
ik niet
Waarom
mij schikken in mijn soberder staat? Zoo rijzen de gedachten in
men
zelf heeft,
De
begeerte gaat werken. Door wat
men
den naaste
ziet,
het denkbeeld van een nog hooger geluksstaat opgevat, dan
men
het hart op. heeft
men
Maar zoodra
en nu
E TOTO DORDE. IV.
is
het eerst
:
Had
ik
bij
óók zulk een vrouw, óók zulk een
18
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's