E voto Dordraceno - pagina 90
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND. V. HOOFDSTUK
84
Heel
Paulus
apostel
deze dingen," zijn uit
„alle
dit heil,
en
getuigt,
I.
God
zelf,
zooals de heilige
dit juist is zijne goddelijke ontferming, niet,
dat Hij de schuld schrapt, maar dat Hij ze niet schrapt en ze toch van
kinderen afneemt.
zijn
Zoo
hebben geen
Gods toorn
dan.
is
aan
lust
in
het
niets een onheiUge toorn
;
in
niets een lust
van het schepsel. Integendeel, de Heere heeft
verderf
den dood des zondaars, maar daaraan dat
aan
leve.
hij
Hij
dus toornt en straft en den zondaar in den hel verderft, dan
niet
uit
genot
goddelijk
De
bron der gratie
gen God. Hij
Er
is
is
eenzelfde
en
leven en zijn
dus niet in den Middelaar,
is
heil.
maar
in het heerlijk heilig liefdebetoon
straf blijft afeischen, zonder iets te laten vallen,
volle
maar aan
Alles hangt dus
dat het mogelijk
mysterie nu
is
is
om
van
zaligt en
den zondaar volkomen
tegelijk
in
den Drieëeni-
de Fontein ook van deze goddelijke heilgoederen.
blijft
God
zijn
dit
maar omgekeerd met onderdruk-
dit lijden,
in
king van den goddelijken lust aan
Als
is
waarmee Hij én de hoe klein ook, én
alle straf bevrijdt.
éene diepe mj'sterie des zedelijken levens,
dit
een ander
laten betalen voor den schuldige en dit
te
maar
niet uit menschen,
uit
God.
schiep de wereld van het zedelijke leven nu eenmaal zoo,
God de Heere
dat dit mysterie er in lag. Hij heeft er dit mysterie niet eerst na den val in gelegd,
van meet af
Het
Hem
in één
geslacht saamgevat en
zedelijke soUdariteit
van den een voor den
één verband besloten.
Gelijk in een gezin de een de schuld des anderen meedraagt, en
ander.
een
worden
land
duizenden
doodgeschoten,
in zijn beleid, zoo ook
Ook wel voor
aller
soldaten,
omdat is
de
die niets deden, straks in
den oorlog
minister des konings een fout beging
het in heel de zedelijke levenswereld.
ieder een bijzondere rekening, en in zoover zal ieder zijn
eigen pak dragen,
en
zóó tot stand gebracht, dat het niet was
menschen
alle
Vandaar wat men noemt de
in
er
in geschapen.
zedelijk leven is door
mensch naast mensch, maar in
maar het
schuld
maar ook
voor allen een gemeenschappelijke rekening.,
en zonde in de wortelzonde en wortelschuld van
Adam
voor ieder persoonlijk en aan allen gemeen.
De
een voor den ander, de onschuldige voor den schuldige, dat
verzwakking zedelijk leven,
van
het
want de
zedelijk liefde
En daarom houde men ongewoons
in
te
zien.
leven,
maar de hoogste
is
geen
uiting van het
kan niet hooger gaan.
op, hier iets
Want
zoo
is
vreemds,
iets raadselachtigs
en
nu het zedelijk leven eenmaal, en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's