E voto Dordraceno - pagina 561
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.
ZOND. LIL HOOFDSTUK IL loepen er eer zelf en willig in
en het
;
is
563 dan genade, zoo ge staan-
niets
voor de verzoeking, en meenende dat ze naderende
de
en meenens bidt: Leid mij er niet
uw
noeg, die woorden over
uws gemoeds
zijn,
en
om
juist
uit
uw
in oprechtheid
is,
natuurlijk, het is niet ge-
maar het hart moet
lippen te brengen,
Het moet een gebed
meegaan.
Want
in.
zóó te kunnen bidden, moet eerst de wil
u overgebogen worden. Eer ge zoo bidden kunt, moet ge
in
er in
een gebed uit het binnenste
ziel,
in het ver-
borgen uws gemoeds over de verzoeking hebben getriomfeerd.
In dezen zin nu kunnen de verzoekingen een gewoon en buitengewoon karakter
De gewone
dragen.
verzoekingen zijn de gewone ontmoetingen
des dagelijkschen levens, die een samenspanning tusschen de zondige verlokselen
zouden
verzoekingen
hier
Gods
en de inwonende zonde in ons, teweegbrengen. Die alleen
kunnen
worden,
gespaard
als
we
uit deze
uitgingen; want zelfs het zich opsluiten binnen de kloostermuren
wereld helpt
ons
buiten
tegen.
niet
Overal gaat zulk een verzoeking meê. Dit nu
dat zijn wedergeboren en bekeerde
bestel. Hij heeft het zoo gewild,
midden
kinderen
zouden
verleiding
hun weg zouden
in deze wereld
vervolgen, aan allerlei
en dat ze juist tegenover deze ver-
blootgesteld,
zijn
Te dien
de kracht des geloofs openbaren zouden.
leiding
is
opzichte
nu
is
het aan Gods kind gezet, de verleiding te mijden en te ontvlieden overal
en
waar
altijd
dit
zonder
van plicht geschieden kan, en de
verzaking
ouders en voogden zijn gehouden
om
al
degenen die aan hun zorgen
zijn
toevertrouwd, van de verleiding af te houden. Vooral de Calvinisten dron-
gen
we de wereld
steeds sterk op aan. Ze wilden dat
hier
maar ontwijken zouden, en
in
kinderen een GodzaUg leven zouden ontsluiten.
de
zoeJct
verzoeking,
en
zelf in,
en wordt er niet door
leidt er zijn
kinderen
niet zoeken,
eigen kring voor onszelven en voor onze
Wie dezen
God
Maar ook waar deze
in.
regel verzaakt,
ingeleid,
maar gaat
er
afscheiding van
de wereld naar Christenplicht in praktijk wordt gebracht, komen we toch
dag
eiken
en op elk terrein des levens in
allerlei
moeielijkheid,
we voor
allerlei
keus tusschen plicht en lust geplaatst, en
king tot
allerlei
zonde steeds aanwezig.
En
voor zoover
is
worden
de verlok-
nu deze
strijd
en
deze worsteling ons overkomt naar Gods bestel en voortvloeit uit de om-
geving waarin Hij ons geplaatst en uit de omstandigheden waarin Hij ons gebracht
heeft,
moet erkend en beleden, dat God de Heere ons
verzoeking inleidt. niet
alleen
De bede
gekeerd
tegen
:
Leid ons
niet in verzoeking,
buitengewone verzoekingen
zonde,
maar ook wel terdege tegen de gewone
lijksch
leven.
Ook daarin moet ons
moet dus tot
in deze
volstrekt
buitengewone
verleiding van het dage-
geloof geoefend,
moet de kracht on-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's