E voto Dordraceno - pagina 163
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.
ZOND. XLI. HOOFDSTUK V.
komen waar, dat thans
165
onzen zondigen toestand het huwelijk hiertoe
in
waar het huwelijk
metterdaad strekt en deze zonde te keer gaat, zoodat, afneemt, als
zonden
deze
het
omgekeerd
veeleer
alle
mag
te vreeslijker uitbreken; toch
weer
karakter
eigenlijk
van
worden
huwelijk
het
onkuischheid
huwelijk
het
dit nooit
voorgesteld,
wijl
Gods
als ordinantie
onderstelt.
Nu
vindingrijkheid der zonde op dit punt alle
de
is
onder
alle
heeft
men
Mammon
van
want
der,
nog
geld machtig te worden
maar de booze Venusdienst
is
gebleken de priesters
in sluwheid en slimheid te overtreifen.
Mammon
bij
met de
ook
Om
volken steeds ontzettend geweest. veel verzonnen,
eeuwen door en
En
geen won-
hebt ge bijna uitsluitend met koorknapen, hier
De macht tot zonde en om de zonde En te allen tijde is het gebleken, dat zonde de vrouw den man nog in kracht
priesteressen te doen.
te verfijnen is hierdoor verdubbeld.
opzichte dezer
ten
bijzonderlijk
van geest
overtreft. Alle
uitsluitend van den
dig
niet zoo
wezen
en
;
opzij
vrij
toe, is er
van haar wezen
Ze
zou
dan toch een zwak,
percentsgewijze
bij
willoos, krachteloos
men van haar
vergde. Wel,
de vrouwen meerdere onschuld,
als
dit verklaart zich geheel uit
vrouw en haar
positie in
de vrouw over dien slagboom maar eens bijna
altoos
nog
vreeslijker
meer speelbal van blinde
De tegenwoordige kwaad
is
heengesprongen,
om
ziet gij
hand
;
en
dit
dit
hangt weer saam met het
man
het hoofd der vrouw
staat moet de prioriteit van den
de vrouw erkennen, niet in geestelijke waardij, maar in aan-
actieve element in de schepping, de
De man
blijft
vrouw het ^Jassfere; en
nu eenmaal het dit diepe
grond-
tusschen actief en passief helpt geen redeneering de wereld
wordt
haar
de vrouw te emancipeeren, werkt
leg en positie en wederzijdsche verhouding.
door
geen emancipatie-theorie vernietigd.
het hoofd der vrouw
is,
uit,
Het huwelijk wordt
dan ook gedemoraliseerd en vervalscht, zoo deze Goddelijke
man
en zoodra
passie.
neiging nu,
Wie op den bodem van Gods Woord
verschil
;
uitspatteu dan de man. Nóg redeloozer, nóg
natuurlijk geweldig in de
man boven
de eigenaardigheid
de maatschappij
inwoelen tegen de Goddelijke ordinantie, dat de
en
Feitelijk is het
den zin van onbekendheid met het kwaad, en ook meer schuchterheid
en schaamtegevoel, maar
is.
zetten.
wordt door de onderstelling er van, de vrouw niet ver-
verlaagd.
we
bijna
uitging, en alsof het meisje misleid en onschul-
dat zich eenvoudig leende tot wat
zijn,
dat geven in
zelfs
maar
hoogd,
man
was, moogt ge dan ook
slachtoffer
kwaad van dat gebod
voorstelling, alsof het
regel, dat de
door de vrouw wordt opzij geschoven.
En
toch dit geschiedt keer op keer, tot zelfs in onze beste Gereformeerde ge-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's