E voto Dordraceno - pagina 490
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.
490
XXV. HOOFDSTUK
ZOND.
hun
van
sterking
geloof
gevoelen en dat het een willig wankel blijven
zoo men, zwak in geloof zijnde, het van
in zijn geloof
is,
medicijn
geloofssterking ongebruikt laat.
ter
XIII.
God verordende
Onze vaderen noemden
dit
„verachting van het Sacrament", en trokken hiertegen zoo ernstig mogelijk zoo
velde,
te
den heiligen Doop
bij
als
bij
het heilig Avondmaal.
Doop langer dan een week na de geboorte van het kind
kwam dan
gold als een tekort doen aan het heilige, en voor.
De
zoo
zaligheid,
zoek
God
mijn
dan gebruik
ingezet,
is
ik wil zalig
Maar het kind van God
laat ik het liggen!"
door
want ook
ik het;
uit te stellen,
ook hoogst zeldzaam
„Zoo het Sacrament noodig
zelfzucht spreekt aldus:
is
voor mijn
worden; maar anders
„Zoo het Sacrament
zegt:
ik het uit
Den
gehoorzaamheid want
de eere Gods gaat bovenal!"
Met
vraagstuk van de Bediening van het Sacrament hangt ten slotte
dit
saam de vraag naar de erkenning van anderer Sacramenten. Ware
nog
het Satan niet zoo schrikkelijk gelukt,
zou het Sacrament aan
te slaan, zoo
alle
één regel hebben, en voor allen gelijk is,
zoo ook
Woord met
het
is
om zijn.
Christus' kerk op aarde uiteen
oorden der wereld één vorm en Gelijk toch een boek met -platen,
Wat
het Sacrament.
in het
boek geschreven
staat kan alleen het ééne volk verstaan, in welks taal het boek geschreven is;
maar de
platen hegrijpen alle volken. Zoo
Woords allerwegen naar de
taal onderscheiden
;
nu ook
op allen denzelfden indruk, heeft voor allen éénzelfde zoodanig
internationaal
oecumenisch
of
de predikatie des
taal,
karakter.
en draagt
Nu
als
daarentegen
verdeeldheid de kerk verscheurde, en dientengevolge ook de regel
allerlei
van
een
is
maar het Sacrament maakt
Sacrament
het
van
usantie
de
in allerlei kerken onderscheiden wierd,
oudste
Sacramenten
alleen de
maar dat men
eert, die
andere
bij
Heeren
kerken, dat
Christelijke
men
nu geldt
als
in zijn eigen kerk
naar de verordening dier kerk
zijn ingericht;
kerken alleen onderzoekt, of aan de stellige
is
voldaan, en het overige voor onverschillig rekent.
Deze quaestie komt
bij
het heilig Avondmaal uiteraard alleen voor, waar
men
van
bevelen
des
voor
zichzelf
maken. Maar verder
eenmaal
slechts
dus de vraag
nu
volgden
bediend
rijst,
onze
hoofdzaak
wierd
van
op die
een kerk
naar
en
wordt,
vaderen,
in
bij
andere
kerken gebruik zal
den Doop, overmits de Doop
allen overgang uit kerk in kerk
en
Doop
in
is.
En
hierbij
het algemeen de Christelijke kerken,
gold,
waarvan mocht aangenomen, dat
hij
de instelling des Heeren was bediend, en toebediend
wijze,
of
Avondmaal
of zulk een persoon metterdaad gedoopt
steeds den regel, dat alle in
het
strekt deze quaestie bij
die in
kring.
overeenstemming was met de verordeningen
Dit moest ook zoo streng worden volgehouden,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's