Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 436

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 436

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLVI.

ZOND.

438

In de hemelen,

onze

aanroep

dien

boven

heid,

z.

ook

uitgaat.

niet

boven

ziel

II.

van deze aarde, en zoo verheft zich met boven de aardsche beperkt-

dit aardsche,

aardsche gedruktheid, en boven de ellende dezer aarde,

de

God en Vader,

tot een

heven,

w.

d.

HOOFDSTUK

die

boven

ons persoonlijk een

Een weg

dit alles in zijn

weg

eeuwige majesteit ver-

boven

ontsluit, die ver

dit

aardsche

voor ons hart, voor onze verwachtingen, voor onze heilige

Wat

idealen, voor onze toekomst, als eens deze aarde ons ontglippen zal.

ons hier drukt en benauwt, wat ons roepen doet uit nood en ellende, en

smeekende gebed

het

gaande maakt,

in ons

de beklemdheid van

is juist

het aardsche leven, het diep wereldsch karakter van het aardsche leven,

en de onvoldaanheid, die

God ontwaart

in

zijn

al

het aardsche

binnenste een sprake van een leven dat boven al

helden van ons geslacht

iets,

gen; en zoo smacht en dorst zijn

ziele

stelling

En

dikwijls

van

het vanzelf naar

Want

het

is

existentie

zulke

Hem,

boven dat aardsche uitgaat,

God

is,

onzen

we naar hem,

te

aanschouwen

hemelen

is

ons

zondig

hart,

men zeggen zijn

kan, niet

de hemelen.

geest

die in de

bij

trekt

Maar

waar de hemelen veel liever

zijn

dan door

onze gebeden te laten verwarren,

hemelen was, en

uit die

hemelen

heeft,

heeft,

tot

om met

van deze aarde, die ons den vrede niet kan geven,

roepen niet alleen tot Onzen troon

geeft.

is.

gekomen, en ons met goddelijk ontfermen verlokt

ons

in tegen-

Daarom gelooven we aan een

dan deze wereld ons

die in de

wel waar, dat

tegenstellingen

zijn

of iets dat

nu ons hart naar dat hemelsche getrokken wordt,

God, maar tvaar

luisteren

in de geloofs-

dat de wereld niet waardig was te ontvanhij,

aardsche van het hemelsche.

dit

orde

zoo

ziel

moge toekomen. Welnu, daarom spreken we dan ook

met

hoogere

tot

ons achterlaat. Een kind van

aardsche uitgaat; er schittert voor het oog zijner

dit

is

bij

te

Vader, maar tot dien Vader, die de hemelen

en daarom daarboven, daar in het Hooge en Ver-

hevene, door ons zoekend oog gezocht wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 436

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's