Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 139

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 139

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. VII. HOUFDSl'UK

Ea

hoe volmondig we

toch,

Rome, twee punten

tegen

de

doelen

zaligheid

dit

bij

133

III.

ook toestemmen, toch

zijn, in

de controvers

onze vaderen onopgelost gebleven; we be-

der kleinen, en de zaligheid der minbedeelden van

begrip.

Bezien we beide

Had

iets

van naderbij.

onze kerk den kinderdoop verworpen en de harde gedachte uitge-

sproken, dat wie onbekeerd en ongedoopt sterft, verloren

had men ongestoord op de dan

had

bekend gemaakt;

lijn

een

dan, natuurlijk,

der kennisse kunnen voortgaan.

kind

zijner

te

Immers men

met de waarheid wordt

tijd

na deze bekendmaking, het ingewrochte geloof zich

dat,

waarheid richten kan

deze

op

dat

gesteld,

is,

en dat alleen

;

zij

gezegd kunnen worden

daadwerkelijk te gelooven, die alsnu deze gekende waarheid omhelzen.

meer

Alle

Doedes)

Prof.

Men

richting onder de Gereformeerden (denk aan

intellectueele

dan

is

ook geëindigd met den kinderdoop

te

verwerpen.

dan eenvoudig het oog voor de schakeeringen des levens, en

sluit

alle

moeilijkheid vervalt.

Wie

echter

ouders

godvruchtige lingen

dieper nadenkt, en

belijdt,

dat

ook van de zaligheid hunner vroeg gestorven lieve-

verhopen

beste

het

met de Dordtsche vaderen

mogen,

die

stuit

hier op een zeer ernstig

bezwaar.

Zegt

„deze kinderen zijn buiten geloof gezaligd," waar

toch:

hij

dan de waarheid, dat „wie niet geloofd

men „neen, dan tegenover Rome met ook

of

zegt

zal hebben, zal

ook deze kinderen gelooven

:

blijft

verdoemd worden !"

waar

blijft

;"

men

de onmisbare „kennisse?"

Gemeenlijk nu maakten onze godgeleerden zich hiervan af met de opmerking, dat

Heere

in

zijn

Intusschen toch

zij

uitsluitend

van de volwassenen spraken, en dat voorts de

almachtige genade zijn eigen wegen voor de kleinen had. voelden

ze zelven wel, dat dit

geen hout sneed.

Wierden

kleinen buiten geloof zalig, dan wierd op zeer ongelegene wijze

de

der

waarheid losgewrikt.

Want immers,

zoo een klein kind

de

vastheid

er

buiten

En

dat eenmaal toegegeven, waar bleef dan de klem van heel de Heilige

geloof

kon

komen, waarom dan een groot mensch ook niet?

Schriftuur?

Onze uitnemendste godgeleerden,

daarom

terstond

dit

kwaad zoeken

gelijk Voetius te stuiten

en Rutherford, hebben

door de belijdenis, dat de

Heere het werk der wedergeboorte meestal reeds voor den Heiligen Doop in

de kleinen werkt, die verkoren

wedergeboren, wordt toebediend

;

zijn,

en dat de Doop aan hen, als reeds

dat voorts het tweede leven, dat ook de

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 139

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's