E voto Dordraceno - pagina 375
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.
XXIV. HOOFDSTUK
ZOND.
gegolden
zou
Ware Adam
hebben.
verbond aangeboden, dan zou de oprichting van
met geen woord melding
Adams bondsbreuke
voor
er
moeten vermeld staan. En
ook
paradijsverhaal
geschiedt
Adams
plaats
de
in
had
eerst geschapen,
dit
daarna een
hij
Werkverbond geleefd en ware hem daarna
tijdlang zonder
door
375
IEL
eerst dit
Werkverbond
het
in
Er
toch, dit is niet zoo.
van, het bestaat vanzelf.
En ook ware
verbond vervallen, en het Verbond der genade
dit
gekomen, dan zou
bij
de rechtspraak Gods over
overtreding en opstand, ook een opzegging van het verbond heb-
ben moeten volgen en de verbreking van het verbond moeten
Maar ook hiervan
sproken.
werken
is
geen spoor
te
zijn uitge-
ontdekken. Het Verbond der
blijft.
Maar ken
Werk-
nu ook eenmaal helder
dit
is
anders
niets
menschelijk
is
dan
ingezien, dat het
Verbond der wer-
zetten van het goddelijk stempel op ons
het
door de ordinantie dat t^o^zaligheid alleen met volko-
leven,
menheid gepaard gaat; dan volgt
hier ook uit:
1".
dat reeds door ééne
zonde die volkomenheid weg en dus het uitzicht op volzaligheid verloren
was;
dat de gevallen
2.
nooit ongedaan kan
mensch met
maken
;
al zijn streven
en pogen
de waarheid van het Werkverbond door den Middelaar 4".
ook
dus
dat
dit
gedane
om
dat het Genadeverbond alsnu intreedt
3".
te
handhaven en ;
onze volkomenheid én onze volzaligheid ons nooit
én
anders dan door den Middelaar kan toekomen.
De
onverbreekbare band tusschen onzen persoon en de eeuwige geluk-
zaligheid, ziedaar
nog niet welgelukzalig. Zult ge
drukt. Gij zijt
dan moet
wat door het woord „verdienste" ten deze wordt uitge-
er dus een
band
moet
kelijk
zijn;
niet
los,
ooit welgelukzalig
zijn,
die
maar
vast,
moet
niet verbreekbaar,
maar onlosma-
de kracht van dien band moet voor u gelijk staan met wat
voor een schuldeischer tegenover zijn schuldenaar zijn recht voortvloeiend uit zijn verdienste.
hoe
ge
het
worden,
u aan deze volzaligheid verbindt. Die
band
noemen
wilt,
En kan
die
is
;
een recht
die verdienste, dit recht, die band, of
nooit
anders dan in een volmaakt
werk rusten, omdat de eeuwige gelukzaligheid een volkomen zaligheid
Toekenning
van
zaligheid
aan
aanranden en het stempel van
het
owvolkomene
zijn eigen
menschelijk leven heeft afgedrukt.
zou
Wezen smaden,
En daarom nu kan
er
Gods dat
is.
Majesteit hij
op ons
van recht, van
verdienste of van een band, die u voor vast en onherroepelijk aan eeuwige
zaligheid bindt, geen sprake ooit zijn of komen, zoolang er ontbreekt het
volkomen werk
;
en dat niet een volkomen werk voor een enkel oogenblik,
maar een volkomen werk voor leveren.
Ook
uw
beste
werk
heel blijft
uw
existentie. Dit
nu kunt ge
zelf niet
onvolkomen en besmet; en tusschen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's