E voto Dordraceno - pagina 331

325

ZOND. XII. HüOP'DSTUK VIII.

Persoon

de Drieëenkeid, als God eeuwiglijk toekomt, en hetgeen op

in

Middelaar voor een

Christus als

gelegd

tijd

is.

Denkt ge u de Middelaarsgestalte voor een oogenblik weg: ontdoet ge den Christus in uw gedachte van

Hem

datgene wat Hij

al

aannam

;

stelt

Heiligen Geest was, dan natuurlijk valt alles weg, wat eerst later op

gelegd

is

God

en

is

Hij

wat

al

zelf

En omdat

Hij

rust dan, evenals in den

Vader

den Heiligen Geest, vanzelf en zonder eenig beding of toedoen de

in

van het Goddelijk Wezen onafscheidbaar

Toen nu de Schepping

intrad,

God,

dingen

alle

Woord was

en

alle

dingen

alle

dingen en

door wien

bij

God en het Woord

door hetzelve gemaakt, en buiten hetzelve

zijn

geen ding gemaakt, dat gemaakt wien

is.

trad die in het aanzijn ook door den Zoon.

,In den beginne was het Woord en het

uit

voortgevloeid.

is

God. Niets dan God.

Hem

In

Overhoogheid.

volle majesteit die

was

Hem

krachtens zijn wezen en natuur, bekleed met Almogendheid en

is,

oorspronkelijke

en

Middelaars werk

uit zijn

dan de Zone Gods en

ge

met den Vader en den

voor u, gelijk Hij vóór de Schepping, alleen

wij wij

tot

door

is

„Wij hebben éénen God en Vader,

is."

Hem, en éénen Heere Jezus

Christus,

Hem."

Als Schepper was dus ook de Tweede Persoon in de heilige Drievuldigheid over al het geschapene vanzelf en zonder eenige opdracht, absoluut

zamen met den Vader en den Heiligen Geest.

souverein, te

Souvereiniteitsreeht bezat en bezit Hij niet „bij de Gratie Gods",

Dit

maar ongegeven reiniteit is niet

Hem

op

zijn

alle

Wil men nu,

zijn

Hij

God

Deze Souve-

is.

Middelaarswerk, maar

en

is,

is

in dien zin

de Zoon Koning en de Heihge Geest Koning. Maar

men

onthoude

gegrond

maniere van vergelijking, ook deze absolute goddelijke

bij

Vader Koning,

sproken

is

alle schepsel

creatuur naar zijn welgevallen.

met den naam van Koning uitdrukken, dan

Souvereiniteit

dan

om

omdat

welbehagen. Hij doodt en Hij maakt levend en Hij

goddelijk

handelt met

de

gelegd,

;

Scheppingsdaad. Als Schepper doet ook de Zoon met

in zijn

naar

krachtens zijn wezen

;

wel, dat dit slechts figuurlijk en overdrachtelijk ge-

niets

gemeen

met het Koninklijk ambt van den

heeft

Middelaar.

Een ambt ambt vuld te

is

onderstelt

zeggen,

en

u,

u dat ambt opdraagt. Alle

die

een dienst of bediening, die in opdracht van een meerdere ver-

Weshalve

wordt.

dat

ondenkbaar, ongerijmd en onmogelijk

ambt van Koning

onmogelijk

de Zoon, als

het

Vader het ambt van Koning

de

Heilige Geest het

rijmd

iemand boven

nu

is

vervult

;

is,

om

vervult, of ook dat de

en even ondenkbaar, onge-

het te zeggen, dat de Tweede Persoon, dat

God en Schepper, een

Koninklijk

ambt

ontving.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen