E voto Dordraceno - pagina 396
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.
396
ZOND.
wijze
veler
zaak
niet.
heeft,
om
Dit alles echter raakt de zaak als
onbekeerde leert de Schrift nergens, dat
een
God
vervalt
van
leer
genade, gelijk de Schrift ons die
vrije
booze verwijt geheel.
dit
Schrift een kind van God, dat als een eigen
Een kind van God Lichaam
te predi-
straffen.
dan
voorhoudt,
van
is
Nergens toch kent de
wezen
los
op zich zelf staat.
volgens de Schrift altoos een
lid
van het mystieke
Nooit
Christus.
een losse plant op eigen wortel bloeiend,
een tak of twijg of rank aan den stam, die op den wortel
altoos
Davids in Christus Jezus
De
tiert.
Schrift kent geen zedelijk leven dat op
eigen spil draait, noch een spil die in de lucht hangt, ze ons, dat de spil
wordt
grond
hij
Woord Gods
de kerk vleien, in stee van het volle
in
Doch komt men op de
maar
VI.
in Christus te roemen, en de schuldige predikers, die ziekelijke
dwalingen ken, zal
verzwakt.
leven
zedelijk
Van
XXIV. HOOFDSTUK
van ons zedelijk leven
in
Christus
maar aldoor
leert
en door
hem
ligt,
Hiermee vervalt dus de mogelijkheid, dat een kind van
bewogen.
God
aldus goddelooslijk redeneeren, en, ten gevolge dier redeneering, ook
zoo
goddeloos
Gods kind
handelen
worden ingeblazen. Och, Satan blaast ons
niet wel zou
stukken
leelijke
Maar
in.
Christus nog veel meer. blaast Jezus
En
hun met nog
de zaligheid gevoegd
zondige redeneering volstrekt
geen
handelen
hangt
allerlei
macht over Gods kinderen
als
Satan
als
de Satan hun booze dingen inblaast, dan
heeft,
met
veel sterker kracht betere dingen in, die
En waar
zijn.
te
Niet alsof zoo goddelooze redeneering aan
zou.
ons boos hart toch voortging met zoo
koesteren, daar zou uit zulk een redeneering nog
daad
goddelooze volstrekt
niet
volgen
want of we zus of zoo zullen
;
enkel af van onze redeneering,
maar
in
sterker zin zelfs van de innerlijke aandrift die ons prikkelt en van
veel
den geest in ons.
Ons
dus tweeërlei
zedelijk leven heeft
:
het heeft een leven in den tak
een leven in den wortel, en die wortel
en
een
plant,
uit
is
Christus.
En
gelijk
nu
bij
den wortel het sap opstijgt en in de twijgen indringt en
ze tieren doet, zoo ook
het
is
bij
Gods
kind.
Ook
zijn zedelijk leven be-
gint niet in de takken en twijgen van zijn eigen overlegging en neiging,
maar komt
uit
den wortel
op.
Niet die takken beheerschen den wortel,
maar
die wortel beheerscht de takken.
Gods
in zijn kind doorgaat.
„We leert
zijn
onze
één
alzoo
komt
werkelijk
dat
levenssap
is
ingeplant, niet uit
het, dat het
werk
met Christus geworden"; en op grond daarvan
Catechismus, dat een kind van God, dat
Christus het
plant
En
den
aan de twijgen doet uitbotten.
wortel
is
een mensch, die
met dorre takken kan
blijven,
want
met noodzakelijkheid blad en bloem
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's