Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 16

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. XVIII. HOOFDSTUK II

16

Er

namelijk

is

en

zonde,

anderzijds

ligt

de

Nu

ons als eindige

die

die klove der zonde tegen-

is

maar

onze schuld ontstaan en moet dus weg,

door

alleen

afstand

onmetelijke

van den Oneindige scheidt.

creaturen natuurlijk,

ons van den Eeuwige scheidt.

die

eenerzijds de schrikkelijke kloof der

God en ons gaapt

onzen

Tusschen

afstand

tweeërlei

is

die andere tegenstelling tusschen het eindig creatuur en de oneindigheid

van

Eeuwige Wezen bestemd om eeuwig

het

klove

eigen zijn

van God dus zuiver, hem van den Eeuwige scheidt,

kind

een

Staat de

die

ontstond. Dddrtegen worstelt

zonde

te blijven.

dan schreit

Middelaar voor

hem dempe. Over

weg.

?!ooj7

in zijn ziel over

voorzoover die klove door

Die klove bidt

in.

hij

Die kan

hij

die klove

heen dorst

dat

hij

zijn ziele

naar

de gemeenschap met den levenden God.

Daarentegen en

kleinheid

meet

gaapt,

verder

andere

die

die

iu het onderscheid tusschen zijn

oneindige majesteit des Heeren

de

van die

in stee

hij,

klove,

en

eindigheid

te

dempen,

willen

heid krijgt. Die afstand wordt steeds grooter.

hoe

wordt,

Maar, legde

uit.

Hoe

op den weg des levens voortschrijdt, hoe grootscher gedachten

hij

van de majesteit Gods en hoe kleiner gedachte

hij

breeder

al

Heeren

inniger

en

zielen

nu

dit

steeds

en is

zaUger

van

hij

En hoe

zijn eigen nietig-

grooter die afstand

aanbidden van het Eeuwige wezen.

zijn

het groote gevaar, waaraan vrome, mystiek-aange-

bloot

staan,

die

heide

zeer onderscheidene kloven

worden nu vaak verward.

Omdat de

om

klove die in de zonde gaapt,

ook die andere klove

en onze eindigheid lijk

ligt,

te

dempen

weg moet,

die tusschen

's

neigt

men

nu

er

en raakt door die bittere verwarring op een schrik-

dwaalspoor.

In het Paradijs ziet ge duidelijk, hoe deze laatste klove tusschen

en

mensch

zelf gesteld en verordiueerd

den mensch toe

er

verleidt,

De mensch moest mensch

bruggen.

Maar Satan klove

God

door

maar Satan

u gij

om

blijven,

om hem uw God moet weg. moet als God zijn."

treedt aanstonds op,

tusschen

worden, en ook

en

die

zijn in dit

ons

tweede klove als

te

God

in het oor te fluisteren

Uw

God

en hoe niet God

en moest niet

mystieke pogen

om

:

overzijn.

„Die

oogen moeten geopend

den afstand tusschen den oneindigen God

eindige wezens op te heffen, ligt veeleer in elk pogen van dien

aard het eigen wezen der zonde. Zeer bedekt, het wezenlijk. In zeer in zijn innerlijke

En

is,

verre van daar dus, dat er ooit iets vrooms of heiligs zou gelegen

Wel en

toe

Heeren oneindigheid

het

is

dit

is

zoo,

maar niettemin

vrome windselen gewonden, maar niettemin zeer onvroom drijfkracht.

kwaad nu, dat door Eutyches het

eerst in de belijdenis

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's