E voto Dordraceno - pagina 56

ZOND. XIX. HOOFDSTUK V.

56

door een vijand van binnen noch door een vijand van buiten verzoekend

aanvechtend

of

„beschutten

een aanval op onze

worden gedaan, er zou van een

ziel

bewaren" voor Gods kind geen sprake

of

en

zonder

strijd of worsteling

zou de

wasdom

schrijden tot de volkomenheid die in Christus Jezus

Maar

zoo

de toestand

is

eerste

komst

van

zijn

tweede

tot

Het

niet.

onderbrenging en uitroeiing van

stellen

in

hem

kindschap zou dan onder den dauw der genade ongestoord op-

geplante bloeien,

de

Het

zijn.

heeft

alle booze,

Messias

te

in

genade voort-

is.

Gode behaagd de satanische

finale ten-

macht

niet tijdens

doen plaats hebben, maar die

komst; ook wel

uit te

wederkomst genaamd;

zijn

zijn

komen op de wolken des hemels. Alle

en

profetisch

apostolisch

met name de Openbaring

geschrift en

van Johannes, bereidt daarom de kerke Gods telkens en telkens weer op een

langdurige worsteling, waaraan eerst het laatste oordeel een

bange,

einde

maken,

zal

dat

doorgaan

aan

het

onkruid

grijpendste

voor.

van

In meer dan één gelijkenis heeft de Heere zelf

den ouden paradijsstrijd ons geteekend; denk slechts den akker.

in

bewoordingen

heeft

„dat Satan zeer begeerde ze

te

sterker spreekt, in de aan-

ziften

de tarwe, maar dat

als

straks onder een ander beeld de stellige belofte gegeven, dat tiit

doodvijanden, waardoor Satan zijn boozen toeleg

heeten

volvoeren,

ligt

niemand hen

bij

Gods kind poogt

de zonde, de wereld en ons eigen hart. Er

elders

een wapen voor Satan gereed in ons hart; er ligt een

de

in

voor hen

Zijne hand zou rukken.

De te

hij

en daarom alleen hun geloof niet zou ophouden;"' en hun

had

gebeden

En wat nog

de Christus het zijn jongeren aangezegd

der wereld; en bovendien heeft

begeerlijkheid

giftigen dolk,

Deze

waarmee

hij

hij

pijl

voor Satan

nog

zijn eigen

heimelijk op onze ziele loert.

drie zijn wel te onderscheiden.

In ons zelve bleef ook na onze bekeering de vuile poel van ongerechtigheid, die

niet

in

wedergeboorte

de

wierd afgesneden, maar eerst met onzen

dood van ons wordt weggenomen. Vandaar gedurig die onheilige opwellingen, die ongerechtige gedachten, die booze voorstellingen, die onzuivere en zelf-

zuchtige en eerzuchtige neigingen, die gedurig een poging wagen wil te sluipen, en

onzen wil

te

om

in

onzen

bepalen tot het kwade. Die poel der onheilig-

heid in u wordt slechts door één macht hermetisch gesloten,

t.

w. door het

geloof in Christus Jezus. Zoo dikwijls en voorzoover dat geloof in u werken

mag,

komt

onreine

van

uw

de

diepte

geloof

inspiratie

van in

uw

van boven, en kan hart

Christus

ontsnappen. niet op, en

geen

giftig

Maar zóó houdt

drijft

opeens gaat die onreine poel weer open en

er

al

gas uit die die

ge niet meer op

werking uzelf,

of

de gedrochtelijke neigingen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen