E voto Dordraceno - pagina 210

ZOND. XXII. HOOFDSTUK

210 een

niet

En

miskennen

te

nog

niet prijs.

we het weer. En

ontvangen

weer

waarop we

later teruglfomen.

ten andere, als onze ziel van het lichaam scheidt, geeft

lichaam

dat

overeenstemming,

III.

ontvangen

anders

heel

Dat lichaam

en

zal

dan het lichaam dat

wordt neergelegd, toch zal het niet een nieuiv lichaam lichaam,

heerlijken

in

staat.

men daarom

ons lichaam. Eens

blijft

het nu ook, dat het lichaam

al is zijn

is

Zoo

dus onze

blijft

zijn,

ziel

in

het

bij

de groeve

maar

hetzelfde

betrekking op het

lichaam, eu daardoor ook betrekking op ons graf behouden

en het

;

is

in

dien zin dat de Schrift ons leert, dat Christus de graven openen zal, en

dat

die

stem

de

van

den Zoon des menschen hooren,

uit

hun graven

zullen uitkomen.

Beide, de overeenkomst tusschen den dood en den slaap, en de samen-

hang tusschen het lichaam, dat dat

opstaat,

heerlijk

dus

zijn

prooi der ontbinding wordt, en het lichaam Schriftuurlijke

waarheden, die aan deze

ongerijmde voorstelling van een zieleslaap steun boden, en dan eerst zal kerk

de deze

deze dwaling van den zieleslaap geheel te boven komen, als ze

beide waarheden op grond der Schrift weer tot volle recht in haar

belijdenis uitbrengt.

DERDE HOOFDSTUK. Maar wy gelooven, door de genade van den Heere Jezus Christus zalig te worden, op zulke w^jze als ook

z\j.

Hand. 15

De tweede leer

van

dwaling, die bestrijding eischt,

het

vagevuur.

In

grond

den

komt het

sterkst uit in

dezelfde

mank aan

De hoofdvraag

ter zaligheid of een

Oude Verbond

voortgang van volmaking

hetzelfde euvel.

toch,

waarop

het hier aankomt,

dood onze staat voor eeuwig beslist in

Rome's

dwaling. Ja, in het wezen der zaak gaat elk Protestant, die

na den dood nog een weg aanneemt,

11.

toch berust veler Protestanten

voorstelling omtrent den staat der afgestorvenen onder het

op

:

hun sterven een wonder plaats

is,

is

maar, of met den

en zoo ja, of er bij

Gods kinderen

grijpt.

Deze vraag nu wordt door de helden der Reformatie, en met

name

door

onze Gereformeerde vaderen, in beiderlei opzicht toestemmend beantwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen