E voto Dordraceno - pagina 379
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND. XIV. HOOrDSTUK
Deze
toeneming
ons
plaats dan
anders
van
kennis
buiten
zelve,
bij
nam
toe in
hem van
ontsloot. {Theologia
men
bij
ons komt ze
binnen. Het was de goddelijke
de persoonsgemeenschap der twee naturen
door
zich
echter moet
belijden;
te
„Hij
bericht.
ons, zoo leerden de ouden. Bij
bij
maar
toe,
die
hem
inwendig in
Hierbij
opzettelijk
Maar, en hier komt het nu op aan, deze toeneming greep
wijsheid."
hem
daarom
wordt
373
II.
unionis.)
staan blijven. Te verklaren
hier niets, enkel
is
wie te dezen rijker wijsheid poogt uit te stallen, dan de
al
maar
Heilige Schrift biedt, verheldert het mysterie niet,
verduistert.
Scherp en duidelijk moet in taal van ons bewustzijn uitgesproken, wat de Schrift ons in Oostersche beeldspraak biedt, maar van
van
verklaring
dit ondoorgrondelijk
godvruchtig in
Men moet van
schijn
poging ter
men
mysterie moet afgezien, zoolang
spreken en schrijven wil blijven.
zijn
dat allerlei ketters, onder den eerbiedigen
gedoogen,
niet
aan
alle
den
sluier,
die over deze verborgenheid hangt, niet te
durven raken, der kerke ongemerkt haar levenden Christus ontstelen, een
er
phantasiebeeld
En daarom moet
plaats te stellen.
rusteloos
met den Catechismus beleden
dat de Zone Gods ook als Middelaar waarachtig en eeuwig
Moet scherp en
beslist staande
de „ware menschelijke natuur," wat heel
had
Middelaar
aangenomen.
een
soort
God
en
is
blijft.
gehouden, dat de Zone Gods zich niet met
„zekeren mensch Jezus" heeft vereenigd, maar dat
mensch"
om
van Moderne of Ethische philosophie voor in de
iets
hij
anders
aangenomen dan dat
is,
hij
heeft
„een
Moet volstandig betwist en ontkend, dat de
tusschenwezen zou geweest
zijn,
die half
God
half
mensch, uit deze beiden een nieuw soort Godmenschelijk wezen zou hebben saamgesteld. de
God
En moet
van
bloesem
rijkste
aan
Moet tegengestaan en bestreden
rakende,
elke voorstelling, alsof hij
ons menschelijk geslacht en als zoodanig bijna
vanzelf
als
in
het goddelijk leven
onveranderlijk beleden, wat de Catechismus
lippen
legt,
en
blijft,
is
overgevloeid.
tegenover deze oude en nieuwe ketterijen, die den persoon en
het beeld van den Christus vervalschen en vernietigen, digheid
was met
stille
eerbie-
u zoo schoon op de
„dat de eeuwige Zone Gods, die waarachtig en eeuwig
God
ware menschelijke natuur aangenomen heeft". Het kan niet
korter, niet zuiverder, niet zaakrrjker uitgedrukt.
De gekozen woorden
zijn
hier vooral onovertrefbaar juist en schoon.
En komt
ge
Catechismus
zeer
^Ontvangen
van
nu
op
juist
het
de
hoe
der
eeuwenoude
dan herhaalt de
vleeschwording, zegswijs
den Heiligen Geest en geboren
der
Geloofsartikelen
uit de
maagd
Maria,"
en legt die uit „dat de Zcme Gods zelfware menschelijke natuur aangenomen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's