E voto Dordraceno - pagina 212

ZOND. IX. HOOFDSTUK IV.

206

vele natuurkundige gegevens,

om

in het andere waarschijnlijk te

Doch dan

leugen behoort

Een waan, dien men daarom

zijn.

brandmerken, omdat het

te

om

naast God, vanzelf er toe leidt te eeren, en straks de eere

Hem

die

van de Stof in de plaats

God

haar;

dan

Hem

evenknie

als

de bodem ingeslagen, sneden.

En

juist

God

men God

men, God in de

pan-

dan heeft God geen macht over

is,

beur aanzijn niet verschuldigd; dan staat ze en

;

gebed

is

alzoo rechtstreeks aan alle godsvrucht

tot

leugen gemaakt en

al is

alle

aanbidding afge-

want

al zijn

kolen

het dat deze booze gloed niet dan langzaam

maakt het kwaad, dat niet

het

er inzit, niet

minder gevaarlijk maar

minst door dat ongemerkt voortkruipen

de zielen der onnoozelen, zonder dat de kerk van Christus

het

er op verdacht

En

alle

ja,

uit,

dit

erger ;

te

verleidt

vooreerst, dat

brandt deze haard van ongerechtigheid nu niet

al

dag

één

op

voortsluipt,

Hem

de Stof

is

met God

van de eere

vergat en de Stof zelve aanbidden ging.

Als de Stof mede-eeuwig met

naast

te stellen

ten andere, dat

:

met de Stof ging vermengen, en

Stof bedelvende

diepzondige

als

van een eeuwige stof

eerst die Stof als goddelijk

gruwelen geleid heeft

altoos tot deze twee

stellen

Vandaar dat deze valsche waan onveranderlijk

alleen toekomt.

theïstisch

wezens

van de diepzondige leugen, dat de wereld eigenlijk mede-

uit

met Grod zou

eeuwig

uit het ééne soort

wat vorm ook aangeprezen, altoos gaat deze voorstelling

onder

toch

den overgang

maken.

is.

wel mogen dan ook die vele predikers, die even onbedacht, als eens

Origenes, op zekere wijze en in zekere manier aan de absolute schepping uit

niets

en

tornen,

ja,

dan

niet rechtstreeks,

dan toch weer een Eeuwige Stof afvragen,

stellen,

voor Gods heilig oog zich zelven

hoe ze het in den dag des oordeels verantwoorden zullen, dat

ze zoo doodelijk

gif,

in de geesten der

en dat nog al onder schijn van vrome beduimeling,

menschen hebben ingedruppeld.

Veel hooge wijsheid baat hier dan ook

koppen

maar langs een omweg,

het

uiterste

niet,

hunner beste krachten

en

in,

al

om

spanden

alle

knappe

dit raadsel te door-

gronden, toch zouden ze aan het einde hunner diepzinnigheden nog altoos onvernuftig en onnoozel en nietswetend als aan den aanvang hun-

even ner

onderzoekingen

blijven,

want verklaren, hoe

gaat kan een wezen, dat zelf geschapen

ongeschapen en Schepper

is,

is,

eigenlijk

scheppen toe-

eenvoudig nooit. Alleen wie zelf

kan de wondere majesteit van de daad van

het Scheppen verstaan.

De „Het

Heilige Schrift zegt er dan ook niet anders van, dan dat zij

er"

en

„zie,

God sprak

het was er", en elders dat Hij alle ding schiep

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen