E voto Dordraceno - pagina 80
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND. IV. HOOFDSTUK
74
of deze alle loepen van elkaar weg, en het
een ontbinding die niet kan rusten, eer
en er ten
is,
Houdt
door
ontstaat
gaat over tot ontbinding
lijk
alles
uiteengenomen en gescheiden
dan het bleeke, vale skelet
slotte niets
dus wel vast: Het leven
dit
III.
overblijft.
saamvoeging en de dood
in de
is
losmaking van dien eens gelegden band. Zoo noemen
de
we iemand maatschappelijk
dood,
de maatschappij allen band met
als
hem afsnijdt. „Die man is voor mij dood", beduidt, dat ik eiken band met hem heb afgebroken. Een „dood boek" noemen we een boek dat niet in rapport
met het lezend publiek kan komen. Kortom, „dood"
begrip
voor
ons
van
ontbinding
alle
wondere
die
tusschen ons lichaam en onze
lichaam,
maatschappij door onzen Schepper gelegd
Maar
juist
moet veeleer lichaam bindt.
In
daarom kunnen we doorgedrongen
aan
onze
ziel,
Eerst
door
dien
zijn
God de
bond
ziel
gerechtigheid
en
God en was met lichaam
door
lichaam
te
leggen.
banden van
zijn
In
dien
band in
het
En
in levende betrekking tot de wereld
rustend
weer
zijn
op
was
zijn
zijn
wezen
zijn leven.
met de wereld
Aan
God
had
beliefd
door
om
ziel
physische
harmonie
zijn
Maar ook of afsnijdt,
nu
leeft,
van
ziel
levensband;
en
die ziel hing zijn
tusschen
ziel
en
al
de hij
zich heen, die der engelen ingesloten.
met
Eerst een leven in en
ziel
zijn
God. Daarop
en lichaam. Daar
en dat hchaam een leven geestelijke maatschappij.
trekt en werkt dus de
band aan
zijn
God
ziel
en lichaam werkt in dat lichaam ongestoord
en
werkt naar buiten in zuivere ongestoorde
;
band met de wereld. als
er een
dan komt op
en de wereld.
en
en lichaam beide stond
En door middel van die ziel om hem in de menschelijke en
werkt zuiver de band van de
leven,
Hij hing aan zijn
af.
lichamelijk leven door de organische banden van
zijn
dit leven
zelf
leven.
oorspronkelijke
eigenlijke
in zijne ziel.
geheel zijn gestel.
Zoolang
hij in zijn
persoonlijk leven door den band van
rustend
hoogste
het
lichaam lagen door Goddelijk bestel
dat
aardsche leven.
Zoo vol was dus
niet ons
God den Heere
aan
ontstond
band
Die
God vereenigd
baud,
niet blijven staan, en
den mensch aan Zich zelven. Eerst
Heere
alle overige
zijn
een
ziel
band
aan God bond, stond
ziel
wijsheid.
van dien band hing
en tusschen ons en de
ziel,
dan ook
hierbij
maar onze
in
die
zijn.
tot dien diepsten levensgrond, die
hoogsten
door dien band, die zijn
het bange
is
levensbanden,
De dood lichaam.
macht komt, allerlei
onder
dat
van
zijn lijk.
alles
De dood
zijn ziel
hem
in de scheiding
en als grond van dat alles
het schrikkelijkste van den dood, de dood tusschen
de geestelijke band tusschen
banden losmaakt
manier de dood. De dood tusschen
in de ontbinding
En
die deze velerlei
en dat eeuwige
hem
en
zijn
God,
als
Wezen ophoudt te werken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's