E voto Dordraceno - pagina 411
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.
ZOND.
XLV. HOOFDSTUK
413
XIII.
DERTIENDE HOOFDSTUK. Want
al
om
deze dingen zijn
uwentwil, opdat de
vermenigvuldigde genade, door do dankzegging van velen, overvloedig worde ter heerlijkheid Gods. 2 Cor. i
Van
niet gering belang voor het Ciiristelijk leven is ten slotte
inkomen van onzen naaste
in het
gebed onzer
opzet drukken we ons in dier voege
Gebed
dat, indien iets,
is,
God en ons dat
dikt,
hart
alle
tot
ziele
eerste indruk toch van het
is
het dan ook als van de daken gepre-
dat het uitdragen van zijn godsvrucht naar buiten
en
De
eer tegen dan voor de echtheid van ons geloof pleitte. liet
vroomheid niet zoo merken. Hoe meer
zijn
zijn
religie
godsdienst,
hoe veiliger. Ja,
hield
maar bovenal ons
hart blijven. Bidden was iets
men bad
het
onzen God. Met
godsdienstvorm niets was; dat vroom gepraat waardeloos
gedoemd;
moest
Onze
nog
15.
dan zeer zeker het Gebed een zaak tusschen
Lange jaren
is.
uit.
:
bad moest
of niet
om
men
de menschen buiten
het onverbloemd te zeggen
gebed, moest een zaak tusschen te heiligs,
men
vrome
wezenlijk
om
er
mee
te
koop
voor zich zelven weten.
:
God en ons
te loopen.
Had
alle
Of
niet Jezus
zelfs gesproken van het dichtdoen van de deur en van het zich terugtrek-
ken in de binnenkamer
van
zijn discipelen
;
en als Jezus zelf bidden wilde, ging
altoos hardop, die gedurig in bijzijn
zoo
door
eeuw
heilige,
weinig
en overluid
bidt,
dan de Farizeër
Met
dat
is
het eigenlijk, wie
die
theorie
het gebed aan
is
in het
oog van de mystieken
dan een schijnbidder, een onware, een schijnZij,
de moderne mystieken,
zijn
dan de
geen woorden voor hun gebed vinden kunnen, en wie wel
mocht niemand
bij
beter
een gehuichelde gestalte.
tollenaars, die bidt,
Want
den oud-vaderlandschen zin met het gebed opheeft en het gebed
heel zijn uiterlijk leven heenweeft,
onzer
zijn
van anderen baden, die zoo lang en
dagen de Fariseën.
gesteld, gelijk in zijn in
dan niet
baden, ze zouden nu nog door Jezus op de kaak worden
omstandig
nog
hij
weg, naar het gebergte, heel alleen ? Die menschen die
is
van
tafel,
en met anderen bidt, en veel bidt, kan niets anders
uit de gelijkenis.
men dan
ook tegen het gebed ingegaan. Voortaan
ons weten, dat we nog baden. Daaruit volgde dat dat het overluid gebed in het gezin, dat het gebed
vergaderingen en publieke samenkomsten, dat het gebed in gemeen-
schap
met anderen en voor anderen, werd
niet tegen het gebed. Integendeel, het gebed
afgeschaft.
vond
men
Men was daarom het intiemste, het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's