E voto Dordraceno - pagina 316
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.
316
ZOND. XXIII. HOOFDSTUK IV.
maar het hart en de kern en de
slechts voorhoudt,
smaken Het
pit
van dezen troost
doet.
luidt in de prachtige taal
Gevraagd wordt: „Hoe
zijt gij
van den Catechismus aldus. rechtvaardig voor God/"' en daarop volgt
antwoord:
dit
Alleen door een oprecht geloof in Jezus Christus
:
alzoo dat al
is
't
dat
mij mijn geweten aanklaagt, dat ik tegen al de geboden Gods zwaar gezondigd en van dezelve geen gehouden heb, en nog steeds
tot alle
boosheid ge-
neigd ben, nochtans God, zonder eenige verdienste, uit loutere geyiade, mij de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent, evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan, ja als had ik
ook al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht
heeft,
zoover ik zulk eene weldaad met geloovig hart aanneem.
verband met deze toelichting van Vraag 59 moet hier dus onder-
In zocht,
hoe
het komt, dat
zonde
van
Hem
alleenlijk boos ben,
God mijn
mij zelven
geloofsoog
die mij
nu
opeens
mij
dit
ik het,
is
dit
zelven
in die
in die nieuwe wereld, waarvoor
dat het zoo
is,
God gerechtvaar-
maar,
hoe
eilieve,
is dit
toegegaan? En hoe kan het bestaan, dat
God
zie
nieuwe voor mij ontdekte wereld,
staan, en dus rechtvaardig
in te zien, dient onderzocht,
En nu
gedoogt ons bestek wel
in
dringen,
te
opstond, in
zelven bevind als een verloren en verdoemelijk zondaar,
in mij
rechtvaardige voor
Om
zie
geworden? hoe
ik,
nu opeens
ontsloot, staan zie, als een voor
Door het geloof
digde.
mogelijk
God
die in het paradijs tegen
ik,
en in het gedichtsel mijns harten te allen dage
afviel
maar toch
niet,
om
dient even
als
een
benf
wat rechtvaardig hier beteekent. te diep in dit Schriftuurlijk bij
begrip
het begrip van dit woord
stil
gestaan.
En dan
aarzelen
hier beteekent
:
we geen oogenblik
uit
te
spreken, dat rechtvaardig
Bij rechterlijk onderzoek alzoo bevinden, dat vrijspraak
volgen moest.
Dat de Catechismus het zoo en toch een aangeklaagde stelt
een
brengen,
:
aangeklaagde,
„al die
is
het dat mij mijn conscientie beklaagd." Hij
niets tot zijn verontschuldiging heeft in te
en nog slecht is: „tegen
gezondigd
zelfs;
geneigd."
En
niet anders opvat is duidelijk. Hij stelt
al
Gods geboden gezondigd,
geen derzelve gehouden, en nog steeds
hij
stelt
het gericht, ,als had
z waarlijk
tot alle boosheid
ten derde dat deze zelfde persoon
nu
uitgaat uit
had
hij
het al vol-
hij
nooit zonde gedaan, ja, als
bracht."
Aan
dat uitgangspunt moet dus streng en onverbiddelijk vastgehouden.
Rechtvaardig
is
hier niet hetzelfde als heilig.
Het
is
iets anders.
Het
wil
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's