Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 252

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 252

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. X. HOOFDSTUK VI.

246

middel heeft uitgedaclit, om,

Hij

een

iets

goeds uit te doen voorkomen.

Met deze

daar

van

ik

wil

doen,

toch

met hun

dus

vorderen

ernstige bedenkingen die

van

Vandaar streng

toe,

om

de werking van

dan voor de honderd

Hij

dan

overblij-

maakt, geschiedt in deze

Hij het wilde doen plaats hebben.

ben

ik voor

dat

kwaad medeverant-

om

brand

te

stichten, dit niet

van toelating geen

stelsel

had

zier,

en

belet. al

de

tegen Gods raad en Gods Voorzienigheid als

gelden tegen hun eigen stelsel van

opwerpen,

volle kracht.

een tweede groep dan ook een anderen weg inslaat, en,

dat

en

zij

kwaad

het

met

toelating

te verhinderen,

dat mijn ééne kind het andere kind kwaad

zie,

ik belet dit niet, dat

de kinderen bezig had gevonden

oorzaak

van de duizend booze daden,

en ieder zou zijn dienstbode met recht bestraffen, die zoo ze

woordelijk,

Zij

om

gebruik

omdat

kwaad,

vader

als

en

macht geen

deze het

gevallen

Als

En waar

wil in te perken.

daden

honderd

intusschen niet lang

negenhonderd

er

God de mogendheid

schrijven ze hiermee zelven aan

vende

heeft,

menschen hart opkomen,

menschen

men

er toch

toe,

zich zelven geheel weerspreken. Indien toch, naar

zij

hun eigen zeggen, de Heere macht

's

kwade

Hij dit

liet

heele en halve Pelagianen hehoeft

te redetwisten,

die in eens

al

Gods

straf

Raad handhavende,

alvoorzienigen

den

mensch

eenvoudig tot een blind werktuig maakt. Uitgaande van de volkomen ware overtuiging,

God

dat

de

willens, leeren ze dat de

Heere

mensch dus ook

wie kwaad doet, kwaad moet doen leed

of

ongeval,

of

dingen werkt naar den Raad zijns

alle

met het oog op dreigende gevaren

eenige voorzorgsmaatregelen te

nemen want ;

of niet, toch sterven zal als het bepaald

God

Volgens dezen

is,

ik,

in "de

om

bij

toekomst

of ik medecijnen gebruik

en zal blijven leven, indien

is

er dus alleen een

al beeldt hij

Wil in God, maar

is

er geen wil in

zich dit in. Gelijk een steen valt naar

Gods

en het staal naar Gods wil den magneet aantrekt, zoo ook handelt

de mensch

doe dan goed of kwaad) geheel willoos.

(hij

Dit stelsel nu lijke

dat

is,

het zoo wil.

den mensch, ook wil,

niet anders handelen kan; dat

en dat het dus ook dwaasheid

;

leer

van

Determinisme,

is

de

niet de leer

goddelijke

vrijwel

van Gods Raad, noch ook de Schriftuur-

Voorzienigheid,

overeenkomende

maar wat men noemt het

met de heidensche

leer

van het

Noodlot.

Ook met de voorstanders nu van handelen. conscientie,

Zij

dat

weten ze

zelven

zeer

kwaad deden,

dit

goed er

stelsel behoeft

door

men

niet lang te

het getuigenis van hunne

berouw over hebben, er een verwijt

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 252

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's