E voto Dordraceno - pagina 37
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND.
de
van
uitstorting
maar ook de volkomen ren
is
de wateren onzer
afvloeiing dezer wateren
zuiver, helder en
daarom
ze geheel
omen persoon
voorzooverre ze uiting
laafr,
Wet
is
des Hee-
OT^eischt^
en onze
van wat in dien per-
leeft.
Doch nu gaat Vraag het
den oceaan van het leven,
ziel in
van de bergen van ons hart moet
doorzichtig wezen. Kortom, de
omdat
„geestelijk"
daad slechts helpen soon
31
III.
dringt altoos tot in de bronwei van ons hart door. Niet slechts
maar
staan,
HOOFDSTUK
II.
van
doel
de
5 nog ééne schrede verder, en toont
Wet
houden?" en op
nature geneigd,
God
aan, hoe
voor den zondaar niet anders dan de ontdekking
Hier toch wordt gevraagd
zijner ellende zijn kan.
menlijJc
nu
die via.ag geantwooii:
en mijn naaste
Doel van deze vraag en
dit
te
antwoord
:
„Kunt gij
„Neen
dit al volko-
want
ik ben
van
tot de belijdenis
van
ik,
haten." is
om
niet,
„de verdorvenheid onzer natuur" te komen. Immers de bespreking hiervan volgt eerst in
Vraag 8
;
en predikers, die verkeerdelijk hier reeds over de
verdorvenheid spreken, raken óf
Vraag 8
bij
in de war, èf wel
hunne
be-
handeling loopt dubbel.
Neen, het doel van deze vraag karakter van de
Wet
is
een geheel ander.
des Heeren in het licht
denkbeeld voor de hand, dat deze
Wet
is
Nu
het geestelijk
gesteld, ligt namelijk het
ook nog voor den zondaar de be-
doeling zou hebben, dat hy er door tot het doen van al wat
zij
gebiedt, zou
Wet dus ook nog tot den zondaar komen, als middel en beweegoorzaak om hem tot Wetsvolbrenging te doen geraken. Het zeggen: „Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met heel uw hart, heel uw ziel en heel uw verstand" zou dan instrument en prikkel zijn, waardoor hij bekwaamd wierd, om het ook alzoo te doen. Tegenover de Wet staande en voelende dat de Wet op hem aankwam, zou een zondaar dan pogen, trachten en streven moeten, om haar eisch ook daadwerkelijk te vervullen, en de Wet zou op hem blijven aandringen, in de verwachting dat het hem gelukken zou. En deze gronddwaling nu snijdt de Catechismus op eenmaal juist met
worden aangedreven. Ware
deze vijfde Vraag
af.
Wet aan den
vens
afdoende
alles
Zoomin
met een voor
de
zondaar niet
reden, dat het
zijn
;
om
de eenvoudige,
met een zondaar tegenover
maar die
te-
Wet
staat.
ge water kunt dragen in een gescheurde kruik of vuren kunt stuk
geschut
Wet,
om met
Een voerman, tegelijk
dan zou de
Neen, prikkel tot Wetsvolbrenging kan het voorhou-
den van de
volkomen desperaat
dit zoo,
dat stuksprong, even volstrekt onmogelijk een zondaar gereed
te
komen
die zijn paard ziet neerstorten en drie
breken,
denkt
er niet
in
is
het
de volbrenging.
van de
vier pooten
aan met de zweep van den bok van dat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's