E voto Dordraceno - pagina 170

ZOND. VIII. HOOFDSTUK IV.

164 en zoo nu ook

is

Persoonlijkheid

God

persoonlijk.

oorspronkelijk

is

Maar ge in

het

Persoonlijkheid die Drieëenig bestaat,

zult

omgekeerd belijden: de

Eeuwige

Wezen, en van deze

wat we persoon onder menschen

is

noemen, slechts een flauwe, gebrekkige schaduw.

VIERDE HOOFDSTUK. De Heere zegene u, en behoede u! De Heere doe z\jn aangezicht over u hchten, en

zij

u genadig!

De Heere

verheffe zijn aangezicht ovei u, en geve

u vrede.

Num. 6:24-26.

Wat

bedoelt

Geloofsbelijdenis onzer kerk

de

met

te

van God aan het heilig mysterie der Drieëenheid

kind

zeggen, dat een gelooft,

ook „ohi

de werhingen die we daarvan in ons bevinden?" de

Bedoelt

daarmede, dat dus eigenlijk ons geloof rust op

Confessie

onze bevindinif, en derhalve Dit laatste stellig

Maar neem nu

niet, of altoos

minder op Gods

ter vergelijking eens het leerstuk

daarover werpt alleen de Heilige Schrift het ware is

van de zonde.

met ons hart

drongen,

toch

meerder

dan

daarom ga

En

ik

in

blijft

En, hoe diep we

de ervaring van ons zondig bestaan

altoos

het apostolisch

hart!"

nog

niet vrij uit.

we

dit

nu ook onvoorwaardelijk

toe,

dus onomstootelijk vaststaan, dat de kennisse der zonde is,

zijn

woord ons manen:

doorge-

„God

al blijft het

en

uit

Gods Woord

toch zou een ieder het terstond verstaan, zoo hier eveneens wierd

gevoegd

Dit

:

dienaangaande

alles

gelooven

leert,

is

indien ook mijn geweten mij niet veroordeelt,

ons

toch, al geven

Ook

Buiten het Woord

licht.

nergens rechte kennis van zonde ooit waargenomen.

ook

Woord?

niet.

wij

niet alleen

maar ook om

om wat

bij-

de Heilige Schrift ons

de werkingen die we daarvan in

ons bevinden.

Zoodra

er

namelijk in de Heilige Schrift ons

iets

geleerd of geopen-

baard wordt, wat op ons zelven betrekking heeft en waarvan de werking in

's

menschen hart moet

in het hart

Wie

zijn

uit de Heilige Schrift

wezen, in

waar

te

bespeurd worden, of er zou

zijn

nemen, moet dan ook strijd

die

werking

ontstaan.

omtrent het diep bederf der zonde onder-

eigen hart nooit iets van den prikkel der zonde waarnam,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen