E voto Dordraceno - pagina 329

329

ZOND. XXIII. HOOFDSTUK VI. dat God, loos

om

Wet

ons te redden, die

tegenorer

Wet

die

zou moeten dooden, of wel machte-

zou blijven staan, en onzer aller eeuwig verderf

zou moeten aanzien.

Maar

dit

nu

juist nief zoo.

is

Wet is een scheppinge God houdt de Wet staande. Ze is Ook

De Wet houdt God

Gods.

de

Wet. Ze

zijn

Wet

dat deze zijn

Wet geven

zetten en een andere niet door een

wijsheid door zijn

kan ze niet

gezet.

opzij

Maar dan tuch

kon.

Wet geworden

Juist

is.

God houdt

aan

zich

omdat

zijn

in dien zin, uit

daarom echter

blijft eeuwiglijk,

Wet, niet omdat een nog hooger macht

zijn

maar omdat

dwingt,

maar

niet,

Dit zou tegen de wijsheid en de onveranderlijk-

heid des Heeren strijden. Zijn Wet, eenmaal gegeven,

hiertoe

is,

vreemde macht aan God opgelegd, maar alzoo

tvil

wat ze

morgen den dag deze Wet

wijsheid ze aldus gewild heeft. Niet alsof Hij opzij

is

en

Hem

Hij zelf niet anders wil, en krachtens zijn

volmaaktheid niet anders kan.

Maar, en hierin gaf

de oplossing van het raadsel. ééne

dat

wetende,

ze

ligt

Ware nu

zich zou sleepen.

ingeworpen, dan ware deze heel

Gods

Schepping

slechts

Wet

die de

gaf,

deze W^et, zonder meer, zóó in de Schepping

Wet

de vonk in het buskruit, die bijna zeker en dus heel de Schepping niet

moest,

vernielen

maar

maken,

zou

doelloos

God

overtreding onherroepelijk eeuwig verderf na

rechtstreeks heel het scheppingwerk

zou doen neerkomen op een creëeren van niets dan verderf en rampzaligheid.

En

dit

nu kan

zonder

de wijsheid Gods.

De Wet ware geen

Gods hoogste wijsheid geweest, indien

van

vloeisel

om

niet

voorziening

nadere

Schepping

de

in

uit-

zóó, zonder meer,

ze

ware ingedrongen

als

een

wigge, die haar terstond kon doen splijten en vernielen.

Doch nu Hij schiep hoogste

Wet

staat de

en

;

en

om Hem

daarom

mogelijkheid

de

onder God. D. w.

verordineerde

doeleinde

op

Wet

van

is

z.

ze is zijn instrument, dat

dienen ter bereiking van

te

er bij het geven en instellen

overtreding

van

zijn

die

en de daaruit onverbiddelijk

voortvloeiende gevolgen gerekend.

Wet

Die

op zich zelve niets dan de levensregel voor den naar Gods

geschapen

beeld voor

is

onzen

levensregel alleen,

mensch.

bloedsomloop, voor

Evenals er een wet voor

ons

ons zedelijk leven.

hoe ge adem moet halen,

om

is

voor onze ademhaling,

spraakvermogen,

zoo ook

is

De wet van uw ademhaling niet

benauwd

te

zijn of te

er een

zegt u stikken.

De wet van uw bloedsomloop zegt u alleen, hoe uw bloed moet loopen om u geen congestie te doen krijgen. De wet van uw spraakgebruik bepaalt alleen, hoe uw spraakorganen werken moeten om u vloeiend en vlot te doen spreken. En zoo nu ook is de zedewet niet anders dan de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen