E voto Dordraceno - pagina 194
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
188
ZOND. IX. HOOFDSTUK
in
toch luidt het slot van Luc.
geen
van
dankte
in
en
Vooreerst daarop dat
aardsche
ouders,
ontstaan
God
aan
aanzijn
en
hem
boetseerde uit het stof der aarde en in zijn
den adem des levens en alzoo het aanzijn schonk aan
inblies
een „levende
zijn
zooverre ziet het eenvoudig op de rechtstreeksche schep-
pingsdaad, toen de Heere
neusgaten
doelde op tweeërlei.
aardschen vader had gehad, maar rechtstreeks, zonder tus-
schenkomst ;
Adam
van
zoonschap
Dit
„Enos de zoon van Seth, Seth de
:
Adam, Adam de zoon van God."
zoon van
Adam
38
:
I.
En
ziel".
ten tweede daarop dat er een soort van gelijkheid
tusschen God en dit schepsel bestond.
Vader en
deren
als
daarin
weer
meest
kan
Hem
hoe meer in
voller,
te
Dan
opleeft.
het ware voort.
het
scheppen
met
iemand
is
keert
zijn
kind zijn eigen wezen terug-
zet een vader zijn eigen leven in zijn kin-
Het Vader en Schepper
zijn
loopen dan ook
Schepper die een star schept, die star
uiteen, dat de
zonder dat deze star eenigen trek van gelijkenis vertoont
zelven
terwijl
;
omgekeerd het Vader-zijn altoos
dat er
insluit,
eenige verwantschap en overeenkomst tusschen Vader en zoon besta.
Zoo
Adam
teelde
gelijkenis" (Gen.
zijn
hij
vader wierd
V
1).
En
:
zijn
zoon „naar
zijn
nu wordt ook van Adam
dit
Adam
den Heere beleden. Ook
van
zichte
toen
beeld en
zelf ten op-
was beeld Gods op beperkte
Hem is het
Waarlijk beeld des Vaders
is
alleen de Eenige Zoon. In
beeld ten volle uitgedrukt: Hij
is
het „uitgedrukte heeld zijner zelfstan-
wijs.
digheid.^'
„Het beeld des
Nu, dat was Adam
onzienlijken Gods."
Om
niet.
dat te zijn zou
hebben moeten wezen. Maar wel was
er in
zelf de eenige
hij
hem
iets
naar dat
beeld.
Zoon
Een
trek van gelijkheid en overeenkomst. Zekere trek van verwantschap. Niet
een
als
star
rups
of
of walvisch eenvoudig uit
voortgekomen, maar zoo, dat er
Zwak,
zeer
beeld Gods in
van d.
En nog
;
aan
Gods scheppingsmacht
hem was van God
Niet als in den eeuwigen Zoon het beeld
iatkonniei; maav het beeld van zijn gelijkenis;
van de goddelijke eigenschappen, voor zoover zoo was alle
Adam
zelf.
op hoogst beperkte wijze derhalve was het
afgekaatst.
zijn zelfstandigheid
i.
en
llauwelijk
hem
iets
dan „zoon van God", en
zijn
mededeelbaar
die tot
op zekere hoogte
menschen „kinderen Gods", naar aanleg en oorspronkelijke be-
doeling, in zooverre, vergeleken bij een steen of een wolk, in den
trekken
zijn,
gekeerden
En
is
doen,
zijn.
die
zin,
aan trekken in de gelijkenisse Gods,
herinneren.
er geen nardus
maar
toch
is
Een gebroken nardusflesch
meer
in,
en
zij
zij
is
mensch
het ook in
om-
niets meer waard.
kan voor geen nardus meer dienst
het nog altoos aan de brokstukken te zien, dat het
een flesch, voor zulk doel bestemd, geweest
is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's