Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 314

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 314

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. XLIV6. HOOFDSTUK V,

316 hiermee

hun

toch

is

kennisse van de zonde, en van

hun eigen doemwaar-

digheid, en van het doodelijk gevaar waarin ze verkeerden,

zoo

maar

gen

niet.

niet inleven

;

niemand

nooit zeggen, dat

maar het

beelden,

voor

gaat

mag men

maar

;

per inzicht geraakt. Zoo

want

die blijft één

bij

ons

voor

van

en

wicht

lieverlee tot

nóg

die-

rechtvaardigmaking

geweest

Een

is.

wat die rechtvaardigma-

inzicht van

steeds rijpen van onze menschenkennis,

zondaarskennis, en van de kennis van ons eigen

gevoeld,

al

ze ons van de schouders, en nie-

mand kon

zeggen, wat toen die schuld woog. der

kennis over op.

Onze

ik.

van onze bekeering in

in het oogenblik

maar toen gleed

het

licht

de

zal

en afgedaan en in haar eeuwig middelpunt volkomen

hebben we gewisselijk

schuld

haar

onze

van

er voortgang, wel niet in

maar wel voortgang van kennis en king

Wel

den één van meet af dieper inslaan

er is er niet één, die niet is

zich zoo in-

de werkelijkheid zoo nooit toe.

in

den eeuwigen dood

den ander

bij

aan Christus

deel

eerst in volle lengte en breedte, in diepte en hoogte zijn

hij

eigen doemwaardigheid volledig beseft hebbe. Dat

dan

niet

en napraten van anderen helpt in geestelijke din-

Men mag daarom

heeft, tenzij

schrik

nog lang

Ze zouden dat ook niet opeens kunnen dragen. Ze kunnen daar

voltooid.

Maar nu, daarna gaat daar

De wet komt nu

terug, niet

meer

ais

de

booze drijver van weleer, niet meer als de al-eischende tiran, die ons ter zaligheid zou brengen en het nooit kan;

van

den

blik.

om

het licht dat over de diepte

als

ons te zeggen, en te toonen, en

hoe diep die afgrond wel was. Dat konden we eerst niet

zien,

Daar was

peilen.

onzen

wordt ontstoken,

afgrond

laten

te

maar

ons

oog

We

niet op geoefend.

Maar nu we ouder worden, nu ons

die

Wet

toeneemt, nu meten

in de hand, steeds juister en klaarder de diepte van dien

we

toen

we met onze

waar

derf

En

Wet

waarin

afgrond,

Wet

zoo verrijkt die

zouden verzonken

zijn,

en de diepte van ver-

en heel ons zielsbestaan in besloten lagen.

ziel

Ze maakt ons

ons.

al gelukkiger.

Want immers,

van steeds meerder verdoemenis en schuld weten we ons, dank door onzen

God

God

is

zijn

gezegend met

Christus.

Ook

hier

Evenals voor

uw

komt dus

zich

Ons leven

alle geestelijke

nooit iets

uw rechtvaardigmaking besef

de wet

verrijking gepaard. Al het bezit van een

in zijn Heiland.

We

God.

zij

bevrijd.

Hiermee nu gaat een tweede kind van

in

besef klaarder wordt, nu

ons verstand, en wel ons geestelijk verstand van de

we met

hadden geen maat

bij,

is

met Christus verborgen

in

zegeningen in den hemel in

en er gaat nooit

opeens en plotseling

is

iets

wat ze

is,

van

af.

en wel

almeer ontplooit, maar nooit dalen of meerder kan

worden, evenzoo staat het met

uw

schat in Christus.

Wat

ge in

hem

hebt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 314

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's