E voto Dordraceno - pagina 419
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
XV. HOOFDSTUK
ZOND. aardsche rechtspleging in het
daarom
is
413
V.
landen levert hier voorbeelden van op. Eri
alle
dan menschelijke preutschheid en hoogheid,
niets
als
men
dulden noch lijden kan, dat er over een uitspraak van den rechter
niet
scherpe critiek ga.
en hier komt het op aan, zoodra de rechter
Maar, heeft,
't zij
dat dit rechtvaardig,
Gods wege. Men moge
't zij
Er
Rom. XIII
schen rechter een
In
i.
straffe, die
was de mensch
Paradijs
God Rechter
hem
over
hem
van Satan
zijn,
kennende zelf het goed en
te
zijn.
mensch over
mensch
den
te
het
hem gaan zitten, om
stoel wil
En wat
zitten.
bij
in,
d.
In
i.
zijn
rechter
influiste-
God
zal
zelf rechterlijk
als
zelf als
hij
om
opstand
maar dat
om
recht z.
tegen Gods
dat de mensch er geen vrede
zal zijn,
hij
mee
zelf als rechter
tusschen goed en kwaad
mensch de begeerte van
mensch
Welnu,
te oordeelen.
God de Heere
geeft
zondig hart. In dat zondig
zijn
begeerd, dat niet God,
maar de mensch
hem
als rechter
dien wensch zijns harten.
als overheden, menschen als rechters aan, en wil nu
menschen
Hij stelt
w.
nu?
doet de Heere
Hij gunt den
d.
over zijn God.
zelfs
hart heeft de
kwaad,
oordeelen.
neemt, dat God rechter over
Te oordeelen
onderkennen,
te
naar de mogelijkheid, dat
grijpt hij
majesteit hgt dus ook klaarlijk dit
Gods
God bezat macht en
Alleen
Maar hiermee neemt Adam geen genoegen. Op
over
zou
^omt
in zulk een toestand geschapen, dat
ivas.
ring
in
de heilige
trege oyb: ons
om onzer zonden wil overkomt.
ons van Godswege
den mensch het goed van het kwaad
in
tville^ gelijk
Gods
ligt zóó.
het
alleen
leert, d.
overmits het i'aw
aan onderwerpen,
namelijk in de ongeuoegzaamheid van de uitspraak van den aard-
ligt
Dat
er zich
dwang, maar om der conscientie
niet uit noodzaak of
apostel in
men moge gelijk onze martelaren,
;
maar men moet
;
vonnis geveld
dat dit onrechtvaardig was, bindt het oan
er critiek op oefenen
nog stervend tegen protesteeren
er
zijn
de uitkomst doen blijken, of de mensch, als rechter zittende, metter-
daad
gelijk hij
in het paradijs tegenover
God
hevieexd heeit, kent het goed
en het kwaad.
En nu
treden de menschelijke rechters op
komende gevallen ze
beelden
duurt tot Hier
is
zich
zij
;
wijzen vonnis in al wat
metterdaad
in,
hun wordt voorgelegd en ;
En
dat
eindelijk de Immanuël voor der menschen rechtbank verschijnt.
nu de
en kwaad?
spreken,
ze beoordeelen alle voor-
het recht gevonden te hebben.
de reine, de vlekkelooze.
heilige,
welk oordeel velt ge nu ? Kent ge nu
goed
;
maar
Zoo
zelfs
ja,
met
dan
Gij,
rechter op aarde,
werkelijk het onderscheid tusschen
zult ge dezen
eere kronen, en voor
Immanuël
hem
als
niet slechts vrij-
mv
rechter op de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's