E voto Dordraceno - pagina 143
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Vierde deel.
ZOND. LXI. HOOFDSTUK
We
hoofdstukken.
145
III.
moeten ons dus wel bepalen
tot het
bespreken van de
Hieronder nu behoort ook de uiterst ingewikkelde vraag, wie
beginselen.
mag huwen. Het is man met een vrouw waarin tusschen een man
toch niet genoeg te zeggen, dat het huwelijk
met wie een
een
en
er tal van gevallen zijn,
overmits
verbindt;
vrouw geen huwelijk mag gesloten
worden.
Dit
dan ook onder
is
volken zoo ingezien en al staat in den aan-
alle
hef van Leviticus XVIII, dat Israël niet doen mocht naar de inzettingen der Egyptenaars, zoo volgt hieruit nog geenszins, dat in Egypte, laat staan dat onder alle heidenen, alle huwelijken geoorloofd waren, die aan Tsrael
werden dat
Zoo
verboden.
welke wel en welke
bezwaar
levert
echter
als
het
Ja, zelfs de vraag, hoe ge
niet.
is,
geoorloofd zijn, zoo moeilijk
huwelijken
alle
niet
eenvoudig
op. Gelijk
men weet
dit
om
erkennen,
te
het uit
is
maken
hebt uit te maken,
Roomsche kerk ook deze
eischte de
beslissing inzake het huwelijk voor zich op en op Rome's voetspoor hebben ;
ook
onderscheidene
Protestantsche
kerken
verplicht
zich
inzake de huwelijksverhinderingen uitspraak te doen.
dan daarnaar, of
schikte zich
Onder
Gereformeerden
de
om
neiging
liet
Het
gevoeld,
om
burgerlijk recht
ook wel heel de zaak aan de kerk over.
daarentegen openbaarde zich van meet af de
zich als kerk uit de huwelijksaangelegenheden tot op zekere
hoogte terug te trekken, en de burgerlijke Overheid te laten beslissen. Dit
denkbeeld
laatste
en
sinds,
is
Europa
van
zij
schoot dan ook hier te lande reeds vroegtijdig wortel,
het ook uit ander beginsel, in de meeste overige landen
geworden.
regel
Zelfs
wordt thans het burgerlijk huwelijk
door de revolutionairen als strijdmiddel gebruikt
om
de kerk tegen te staan
en haar invloed te knakken.
Al
dus dat onze Gereformeerde vaderen practisch evenzoo tot
het
is
het burgerlijk huwelijk concludeerden, zoo dat
loren
waren
zij
hierbij
geleid
mag
overeenstemming
Thans, niet
nu we
te
met deze
naar
geheel ander
eigen iets,
God
aangestelde Overheid,
aanwijzing, het huwelijk
doen hebben met een Overheid, die
meer om Gods Woord
geheel
Zij
van oordeel dat in de Heilige Schrift genoegzame aanwijzing ook
voor het huwelijk gegeven was, en dat de van in
toch niet uit het oog ver-
werden door geheel andere overwegingen.
als
te regelen.
zoodanig zich
bekreunt, en die óók de zaak van het huwelijk
goedvinden
dan
had
regelt,
staan
we
dus
feitelijk
onze vaderen gewild of beoogd hebben.
voor een
Onze vaderen
hadden onderscheidene bedenkingen tegen de wijze waarop het Roomsche canonieke recht
den te
toch
dat
allerlei
huwelijks-aangelegenheid verordend had, en meen-
het daarom nog niet noodig was, een nieuwe regeling uit
denken, overmits in het huwelijksrecht der latere Romeinsehe keizers,
E VOTO DORDE. IV.
10
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's