Sociale hervormingen - pagina 114
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
104 uitbetaling moet worden ter hand gesteld, moet er op worden gewezen, dat eene bepaling als die van art. 1638/, eerste lid, welke nog in het ontwerp-DRUCKER, noch in het Regeeringsontwerp van 1901 voorkwam, hier niet kan worden gemist. Niet alleen, omdat zij den regel inhoudt, die in de volgende artikelen deels uitwerking, deels uitzondering, ontmoet, maar ook om practische redenen. Zonder haar toch zou de letter der wet zich niet verzetten tegen uitbetaling, tot groot ongerief van den arbeider, nu eens van minder, dan weder van meer loon dan hij in den tijd, welke tusschen twee uitbetalingen verloopt, heeft verdiend. Het tweede lid van dit artikel was in het Regeerings-ontwerp van 1901 als tweede lid van art. 1638 m opgenomen daar het eerste lid van art. 1638 m evenals de artt. 1638 /, 1638 n en 1638 o slechts den tijd der uitbetaling regelt, terwijl dit tweede lid het uit te betalen bedrag betreft, schijnt het beter op zijne plaats als tweede lid van het nieuwe art 1638/. De bedoeling dezer bepaling is duidelijk zij ziet op het geval, dat het niet mogelijk is reeds binnen de termijnen in art. 1638/ genoemd tot eene definitieve berekening van het verdiende stukloon te geraken. Met de uitdrukking „het in geld, doch afhankelijk van de uitkomsten van den te verrichten arbeid, vastgestelde loon" wordt niet bedoeld het loon, dat bestaat in een tantième in de winst. Wel zal de winst bij de meeste ondernemingen voor een gedeelte ook afhankelijk zijn van den arbeid der personen in haren dienst, doch het zoude onjuist zijn op dien grond een loon, bij welks vaststelling invloeden, onafhankelijk van dien arbeid, een zoo groote rol spelen, onder de genoemde uitdrukking te begrijpen. Waar het zg, tantième is bedoeld, is, zulks duidelijk uitgedrukt. (Verg. artt. 1638 e en 1638 n.) ;
t
:
Art. 1638^. en 1638 i door
Terwijl naleving van de artikelen 1638^ 1638/; 1638/ wordt verzekerd, doordien betaling in
art.
die artikelen den werkgever niet bevrijdt, moet tegen uitbetaling welke blijkens de Arbeidsenquête hier en daar voorkomt door eene afzonderlijke bepaling gewaakt worden. In het thans voorgestelde artikel is een denkbeeld uitgestrijd
te
met
late
—
—
werkt dat in het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het Truck-ontwerp (§ 3) met verwijzing naar art. 448 W. v. K. werd geopperd en door Mr. Veegens, t. a. p., werd aanbevolen. Den derden dag. Vooral met het oog op een tusschenvallenden Zondag is deze termijn gekozen het loon, op Zaterdag verschuldigd, moet dus uiterlijk den volgenden Dinsdag worden betaald. Nu in artikel 1638 r ten aanzien van het zoogenaamde staangeld of dccompte bijzondere voorzieningen zijn getroffen, mag deze termijn ruim genoeg geacht worden. Voor de eerste dagen van verzuim moet de boete vrij streng zijn, doch ze mag niet in het oneindige aangroeien het maximum wordt volgens het Ontwerp den 33sten dag bereikt. :
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's