Sociale hervormingen - pagina 271

259

De uitvoering van deze algemeene bepalingen wordt overgelaten aan de inspecteurs van den arbeid, die de bijzonderheden naar eigen inzicht hebben te regelen. Alleen in een besluit, genomen door de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Handel van 17 Januari 1885 (R. G. B. n". 8) worden maatregelen getroffen ter bescherming der arbeiders bij de fabricage van phosphorlucifers. De wet van 2 Juli 1899, „concernant la sécurité et la des ouvriers employés dans les entreprises industrielies et commerciales" bepaalt, dat de Regeering bevoegd is maatregelen voor te schrijven in het belang van zindelijkheid en veiligheid. Dit moet geschieden door middel van Koninklijke besluiten, waarvoor het advies moet worden ingewonnen van België.

santé

i^'.

de raden van industrie en handel;

2^'.

de permanente provinciale commissies;

de Koninklijke Medische Akademie, den heidsraad of den Hoogen Arbeidsraad. 3".

Hoogen Gezond-

Daar ingevolge deze wet nog geene besluiten zijn genomen, gelden nog steeds de „arrêtés" van 27 December 1886 en van 21 September 1894, gewijzigd bij die van 21 Februari, 18 April en 3 October 1898. In hoofdzaak komt de inhoud van deze besluiten overeen met de algemeene bepalingen, die reeds voor bovengenoemde landen zijn geresumeerd. Voor enkele bedrijven zijn bijzondere voorzieningen getroffen. Het zijn de volgende: lucifersfabrieken (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 November i go 2), fabrieken van loodwit en andere loodverbindingen (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 7 November 1902), lompensorteerderifen (besluit van 4 Februari 1895), "vensterglasfabrieken (28 October 1899), bergwerken (laatstelijk gewijzigd 14

November

1899).

Lnxemburg. Behalve de bepaling, dat voor gezondheid en veiligheid van kinderen de noodzakelijke maatregelen moeten genomen worden, bestaan verder weinig voorschriften van dien aard, Italië.

Bij

Koninklijk

besluit

zal

worden aangewezen welke

gevaarlijke en voor de gezondheid schadelijke arbeid, bij wijze van uitzondering en wanneer daarbij de noodige voorzorgsmaat-

regelen genomen zijn en aan bepaalde voorwaarden voldaan is, door kinderen beneden 1 5 jaren en minderjarige vrouwen verricht

mag

worden.

Voor zoover bekend,

is

een dergelijk besluit nog niet tot stand

gekomen. Art. 10 van de wet van 19 Juni 1902 bepaalt voorts, dat in inrichtingen, waar vrouwen en kinderen werkzaam zijn, ten aan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen