Sociale hervormingen - pagina 130
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I. Stuk II.
392 Bij de vaststelling van het bedrag der premie volgende gedachtengang voorgezeten. Bij onze zeevisscherij kan men tweeërlei soort van werkzaamheden onderscheiwerkzaamheden ter zee verricht door de bemanning van den het vaartuig en werkzaamheden te land verricht door diezelfde bemanning of door andere personen in dienst van den reeder. De zeewerkzaamheden bestaan dan uit de eigenlijke uitoefening der visscherij, de landwerkzaamheden omvatten het gereedmaken, aftakelen, laden of lossen van het vaartuig voor of na eene zeereis. Laatstgenoemde werkzaamheden worden zoowel door de bemanning van het vaartuig, dus door zeevisschers, als door landarbeiders verricht. Het in artikel 83 bedoelde tarief zal zoodanig worden samengesteld, dat de premie, welke voor het risico te land voor den zeevisscher is te betalen, wordt opgenomen onder de premie, welke verschuldigd is voor het risico tijdens eene zeereis in de zeepremie is dan tevens de landpremie begrepen. Voor een zeevisscher wordt het bedrag der totaal verschuldigde premie bepaald door zijn eenheidspremie te vermenigvuldigen met het getal, dat verkregen wordt door zijn dagloon te vermenigvuldigen met het getal, aanwijzende het aantal dagen, dat hij aan eene zeereis heeft deelgenomen. De werkgever betaalt dan ééne premie en er wordt geen onderscheid gemaakt tusschen land- en zeewerkzaamheden. Deze regeling is eenvoudig en niet onbillijk. Immers voor elk soort van vaartuig kan gemakkelijk worden vastgesteld hoeveel dagen gemiddeld aan de uitrusting enz. van dat vaartuig door de bemanning zelve wordt gearbeid, zoodat het gemiddelde gevaar van deze werkzaamheden gevoegd kan worden bij het gevaar voor de zeewerkzaamheden. Daar echter ook de landarbeiders dikwijls behulpzaam zijn bij het uitrusten enz. van het vaartuig en voor hen eveneens premie verschuldigd is, zou de werkgever eene dubbele premie betalen, indien niet werd bepaald, dat voor die werklieden, die geen zeevisschers zijn, geene premie verschuldigd is over de dagen dat zij behulpzaam zijn geweest bij de uitrusting enz. van het vaartuig. Immers men kan veilig aannemen, dat bij de uitrusting van een vaartuig gemiddeld hetzelfde aantal personen gebezigd wordt. Doet de bemanning die werkzaamheden alleen, dan wordt het risico dier werkzaamheden gedekt door de zeepremie. Zijn landarbeiders daarvoor gebruikt, dan wordt het risico eveneens gedekt door de zeepremie, welke tijdens de zeereis van het vaartuig voor de bemanning moet worden betaald. Voor de premieberekening van volontairs enz. en van personen beneden den leeftijd van 16 jaren, bedoeld in artikel 17, wordt het dagloon genomen, dat voor hen zou gelden indien zij ten gevolge \-an een bedrijfsongeval aanspraak zouden kunnen maken op eene rente of op eene voorloopige rente m. a. w. de voor hem verschuldigde premie wordt berekend naar het hoogste
Artikel 84.
heeft
de
:
;
;
dagloon.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's