Sociale hervormingen - pagina 214
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
204
en hersteld. Werd den werkgever daarentegen de bevoegdheid gegeven van het loon af te houden een deel der premiën, die of vóór een vroegere loonbetaling betaald zijn, dan lijdt het bij geen twijfel dat dit tot verschillen aanleiding zou geven. Daarom ook niet overgenomen de bepaling der Duitsche wet (i), is welke den werkgever de bevoegdheid geeft de helft der premie, welke hij niet bij de loonbetaling aftrok, bij de eerstvolgende loonbetaling te korten. Al volgde de eerstvolgende loonbetaling altijd na een week, zou het gevaar voor verschil niet uitgesloten zijn. Dienstboden worden echter in den regel om de drie maanden betaald.
De werkman,
die
wekelijks
betaald
wordt, kan ziek
worden, zoodat de eerstvolgende loonbetaling eerst weken later plaats vindt.
Het kan ongetwijfeld voorkomen, dat de werkgever zich vergist en de vergissing bemerkt vóór de volgende loonbetaling; dergelijke gevallen zullen echter uitzonderingen zijn en leveren geen voldoenden grond op de korting anders te regelen dan bij art. 80 is
geschied.
Er
zijn
onbillijk
dat de
ook gevallen, waarin de regeling van art. 80 De werkgever kan te goeder trouw meenen,
echter
zou werken.
werkman
niet verzekeringsplichtig is en het loon betalen
zonder de premie
van
te voldoen. Bij
de regeling, bedoeld in
litt.
e
worden; den w^erkgever zal in dergelijk geval door den aan te wijzen ambtenaar der Bank worden toegestaan, als de premie betaald is, de helft der premie af te houden van het loon over een volgende week. Niet voor alle werklieden zal de werkgever de premie vóór of gelijktijdig met het loon behooren te betalen. De premie voor den zeeman bijv. zal na afloop van de reis door den werkgever aan de Bank kunnen worden betaald van het loon, gedurende de reis uitbetaald, wordt echter het werkmansaandeel in de premie bij de betaling van dat loon afgehouden, omdat anders bij afloop der reis een te groot bedrag zou moeten worden gekort. De werkgever, die den zeeman gedurende de reis loon over bijv. twee maanden uitbetaalde zonder de helft af te houden van het bedrag der premiën, die hij na afloop der reis over die twee maanden betalen moet, zou later niet meer bevoegd zijn de helft in de premiën over die twee maanden van het loon af te houden. Het tweede lid houdt verband met art 78, tweede lid; de werkgever is niet verplicht meer te dragen dan de helft der premie in de loonklasse, waartoe de werkman behoort. De werkman, wiens loon onder het laatste lid van art. 2 valt, ontvangt geen loon in geld en de werkgever draagt dus de geheele premie; zie de toelichting van art. 2. Voor den dienstplichtige en voor den vrijwilliger in het geval voorzien bij art. 83, art.
138, zal daarin voorzien
;
109 wet 1889 142 wet 1899.
(i) §
en §
en de aanteekeningen van BOSSE en
VON Woeütke daarop
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's