Het Ministerie-Kuyper - pagina 32

CONTRA de verklaring ligt hierin, dat de democraat van moest regeeren vroeger de behoudende elementen in zijn coalitie niet voldoende meester is geweest om zijn wil door te drijven. Er is in de afgeloopen vier jaar genoeg gewaarschuwd. In de Kamer werd het twee jaar geleden reeds door de Heeren Drucker en BORGESIUS gezegd: denk er om, zoo ge uw sociale wetsontwerpen En eerstte laat indient, is voor behandeling geen tijd meer. genoemde afgevaardigde vestigde er daarbij de aandacht op, hoe de regeering werkte zonder esprit de suite, hoe zij veel over hoop haalde, aan alles peuterde, zonder met enkele forsche ontwerpen Het heeft niet gebaat; den te komen en de rest te laten rusten. ;

behoudenden onder de regeeringsmeerderheid zou het waarschijnlijk wat al te snel gegaan zijn, indien de regeering haar sociale wetgeving vóór 1905 had tot stand gebracht. Wat had men trouwens aan

men

de hulp, die

bij

de verkiezingen

1901 onloochenbaar

in

gehad had van sommige „bourgeois satisfaits" wien het Ministerie PlERSON-BORGESlUS te duur werd, indien men deze elementen zelf weer ging afstooten door krachtige sociale politiek? De Heer Talma kwam er rond voor uit, dat tusschen zijn Christendom en zijn democratie hij, zoo het wezen moest, het eerste koos. Daar-

mee was gaan

een andere

althans

de

dat

Dr.

niet

—

partij formatie

uitgelokt.

Kuyper's zij

politiek

zich

althans

ook

door

Inderdaad,

kwam men

—

zou

blijven

de democratie te na.

hem niet zal worden begunstigd, men moge eenerzijds zeggen,

partijgroepeering

van

rechts

bestaan niet zal overleven

—

tegen links in

zekeren

reeds uitgeleefd, getuige de uittreding van de

—

anderzijds groep-STAALMAN aan het roer lang- Dr. Kuyper

is

zit,

voldoende

bewezen, dat zoo-

de democraten ter rechterzijde

gaan onder het bondgenootschap met de behoudende broeders

schuil in

al

voorloopig

tevens te kennen gegeven, dat in den eersten

hij

tegenwoordige

heeft

zin

hij

in het kerkelijk gareel,

En daarmee had tijd

dat

gezegd,

den geloove.

vooruitstrevendheid heeft het zittend Ministerie zich dus niet bezondigd. Maar terwijl vroegere conservatieve ministeries ten minste niet tevens kerkelijk waren, ten minste het Nederlandsche volk

Aan

niet

verdeelden

in

vóór- of tegenstanders van den Christus, kan

men den tegenwoordigen Premier ook

dit

nog verwijten

:

zijn

regeering was behoudend èn kerkelijk. Zijn liefde voor kiesrechtuitbreiding, tien jaar geleden zóó vurig, dat hij den Minister Tak

28

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen