Sociale hervormingen - pagina 258
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
246 c.
1
vergunningen voor het doen optreden
van
kinderen
in
circussen e. d. mogen slechts worden afgegeven ten behoeve van hen, die ouder zijn dan 10 jaar (vroeger 7 jaar); d. kinderen, die in fabrieken volgens het „half-time "-systeem
theaters,
werken, mogen verder bij ander werk niet gebezigd worden; het heffen, dragen en voortbewegen van lasten, die voor e. een kind te zwaar zijn en ook zijn hulp bij andere bezigheden, welke zijn leven, zijn gezondheid of zijne lichamelijke ontwikkeling kunnen schaden, zijn verboden. De wet heeft ook betrekking op huisarbeid, voor zooveel het betreft het doen werken van kinderen des nachts of aan arbeid, die nadeelig is voor de gezondheid. Zij heeft geen betrekking op kinderarbeid in scholen of in verbeterings- en opvoedingsgestichten.
Duitschland. Kinderen heneden den leeftijd van 12 jaren mogen in fabrieken werkzaam zijn (§ 135, onder i, der Gewerbeordnung). niet
Volgens § 154, onder 2 en 3, en § 154^, onder i, is deze ook van toepassing op den kinderarbeid in een aantal inrichtingen, door de Gewerbeordnung niet tot de fabrieken gerekend. Voorts is het voorschrift bij besluit van 31 Mei 1897 van toepassing verklaard op confectie-ateliers. Kinderen boven ij jaar mogen in de bovenbedoelde inrichtingen slechts werkzaam zijn wanneer zij niet meer leerplichtig zijn. Vrotnven mogen binnen vier weken na hare bevalling niet werken en gedurende de twee volgende weken slechts wanneer naar verklaring van een geneeskundige dit geen bezwaar oplevert. De Bondsraad kan voor bepaalde bedrijven, die gevaar voor gezondheid of zedelijkheid opleveren, den arbeid van vrouwen bepaling
—
en jeugdige arbeiders (13 16 jaren) onvoorwaardelijk of voorwaardelijk verbieden. In enkele inrichtingen is bij Bekanntmachung van 27 Mei 1902 elke arbeid van kinderen beneden 14 jaren verboden, terwijl in tal van bedrijven bepaalden arbeid van vrouwen en jeugdige personen is verboden. Bovenstaande bepalingen der Gewerbeordnung zijn aangevuld en uitgebreid door de wet van 30 Maart 1903. Deze wet beoogd bescherming van kinderen, die werkzaam zijn in bedrijven,
waarover de Gewerbeordnung zich niet uitstrekt. Zij omvat ook werkzaamheden in het ouderlijk huis. De wet bevat verschillende die voor een deel slechts van toepassing zijn op den arbeid van niet-eigen kinderen. In tal van werkplaatsen, opgesomd in een bij de wet behoorenden staat, mogen geen kinderen beneden 13 jaar werkzaam zijn; in de overige werkplaatsen mogen geen vreemde kinderen beneden 12 jaar en geen eigen kinderen beneden 10 jaar werk-
voorschriften,
zaam
zijn.
Kinderarbeid
is
voorts verboden
bij
openbare voorstellingen en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's