Sociale hervormingen - pagina 59
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
49
den aard der overeenkomst zelve en hare verhouding tegenover andere overeenkomsten wordt aangewezen. Doch bestaat nu niet het gevaar, dat men, de eene klip ontzeilende, op de andere strandt ? Zal niet de algemeenheid der regeling ten gevolge hebben, dat deze voor sommige arbeiders niet geschikt is? Het is niet onmogelijk, dat zich dit verschijnsel eene enkele maal zal voordoen eene voor alle gevallen passende regeling te scheppen vermag nu eenmaal geen wetgever. Het onderzoek der bijzondere artikelen zal echter doen zien, dat van de algemeenheid der regeling geen ernstig nadeel valt te duchten. Menige bepaling heeft trouwens, door verwijzing naar verordening of plaatselijk gebruik, een rekbaren inhoud verkregen. Met betrekking tot enkele categorieën van arbeiders behoort de vraag, of en waarom het Ontwerp van toepassing is, nog nader :
te
worden onderzocht. Ten aanzien van dienstboden
in de gewone beteekenis van het dagelijksche leven bespeurt men in wetgeving en wetenschap eene neiging tot afzonderlijke behandeling. En wel uit drieërlei oogpunt. Men wenscht deze stof over te laten aan plaatselijke regeling; men acht hier zekere bemoeiing der politie gepast: men wil dit onderwerp buiten het verbintenissenrecht houden en in het familierecht plaatsen. Geene dezer drie overwegingen schijnt afdoende. Locale regeling der rechten en verplichtingen van meesters en dienstboden kende men vroeger hier te lande en tot heden toe zijn in meer dan een opzicht de rechtsgebruiken van plaats tot plaats verschillend gebleven. Ook het Burg. Wetb. v. h. Duitsche Rijk laat het dienstbodenrecht, behoudens eenige hoofdbeginselen, aan de wetten der verschillende Staten over (Invoeringswet, art. 95). Doch bij de totstandkoming van dat wetboek is in den Rijksdag met kracht op eenvormige wettelijke regeling aangedrongen. Gegronde bezwaren daartegen vindt men nergens vermeld. Alleen is het wenschelijk, op sommige punten plaatselijke verordeningen of gebruiken te laten gelden, gelijk in het Ontwerp hier en daar geschiedt (zie bijv. de artikelen 1638/, 16382/ en
1639*.)
Inmenging der
politie brachten de Fransche Decreten van 3 1810 en 25 Sept. 1813 (Fortuin, III bl. 563 vlg. BreukelMAN, n. 1602). Men ontmoet ze verder op uitgebreide schaal in vele der Duitsche Gesinde- Ordnungen, met name in die van Pruisen en Saksen. Aan invoering van iets dat daarop gelijkt zal in
Oct.
;
worden gedacht. regeling in het personen- of familierecht is meermalen bepleit. Niet enkel op den curieusen bij Laman {Aanleiding tot de eerste beginselen der Groninger Regtskennis I, 4) voorkomenden grond, dat vroeger de toestand der slaven werd behandeld en de dienstboden in hunne plaats zijn getreden, maar ook omdat men meende, daardoor de eigenaardige verhouding tusschen Nederland
niet licht
Opneming der
11.
4
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's