Sociale hervormingen - pagina 159
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
2 15
vidueele
arbeidscontract,
men
achte
ze alleszins juist
Te
recht
de Memorie van Toelichting op gewezen, dat hier te lande het vakvereenigingswezen nog niet zoodanigen vast georganiseerden vorm heeft aangenomen en nog niet van die beteekenis is, dat anders dan sporadisch en onder bijzonder gunstige omstandigheden van toepassing van het collectief arbeidscontract sprake kan zijn en de Overheid door nu reeds dit contract wettelijk te regelen hare roeping dus zou misverstaan. Te recht ook wordt er de aandacht op gevestigd, dat het onderwerp voor regeling nog niet rijp moet worden geacht, omdat tot voor weinige jaren van een collectief arbeidscontract nauwelijks sprake was en voldoende gegevens voor een deugdelijke regeling dan ook nog niet ter beschikking staan. Het onderwerp schijnt inderdaad te nieuw en te weinig nog behandeld en doordacht om reeds nu, omvangrijk en gewichtig in zijn gevolgen als het is, voor wettelijke regeling rijp te zijn. De denkbeelden zijn nog vaag; de literatuur is, zooals uit de opgave op bladz. 7 van de Memorie van Toelichting blijkt, van den allerlaatsten tijd; de rechtswetenschap heeft zich met het collectief arbeidscontract nog weinig bemoeid in nog slechts zeer enkele landen bestaan wettelijke bepalingen omtrent de werking dier bepalingen is nog slechts weinig bekend en daarover wordt dientengevolge zeer verschillend gedacht. Waarom zou men dan trachten hier te lande nu reeds eene wettelijke regeling van het collectief arbeidscontract tot stand te brengen, daarbij aan het gevaar zich blootstellend, dat deze regeling gebrekkig uitvalt en groote teleurstelling, hevig verzet, zooal niet erger ten gevolge heeft ? Men dient te wachten tot het vakvereenigingswezen zich verder zal hebben ontwikkeld en daarmede de ontwikkeling en meerdere toepassing van het collectief arbeidscontract hand in hand zal zijn gegaan, en te geruster kan men wachten, waar hier te lande de wettelijke regeling van het recht van vereeniging en vergadering, zooals immers de practijk heeft bewezen, aan het aang'aan van collectieve arbeidscontracten geenszins in den weg staat. De ervaring heeft trouwens geleerd, dat in andere landen, zelfs onder minder vrijgevige regelingen omtrent het vereenigingsrecht, collectieve arbeidsovereenkomsten tot stand komen en worden gehandhaafd zonder opzettelijke wettelijke regeling.
wordt er
in
;
;
Eenige leden konden zich er niet mede vereenigen, dat bij deze gelegenheid het collectief arbeidscontract geheel zou worden voorbijgegaan. Huns inziens behoorde de wetgever het vakvereenigingswezen, in dezen te hulp te komen, door in de wet de voorwaarden aan te geven, waaronder collectieve arbeidsovereenkomsten zouden kunnen worden gesloten en het zoo den weg te wijzen, om daartoe te geraken. Niet alleen zoude daardoor worden bereikt, dat collectieve arbeidscontracten meer dan tot dusverre zouden worden gesloten en het bestaan van eene wettelijke regeling dus als aansporing in deze richting zou werken, maar ook,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's