Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 35

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I. Stuk II.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

297

Artikel 95.

De werkgever kan

door Ons, op zijn verzoek, woorden toegelaten om ten aanzien van één of meer ondernemingen of inrichtingen hetzij zelf het risico te dragen der bij deze wet geregelde verzekering van zijne werklieden of van zich zelf, hetzij dit over te dragen aan cene naamlooze vennootschap of rechtspersoonlijkheid bezittende vereeniging, daaronder begrepen eene wederkeerige verzekerings- of waarborgmaatschappij. Bij de toelating wordt indien zulks in het verzoekschrift is verzocht, bepaald, dat de toelating zich ook uitstrekt tot den rechtsverkrijgende van den werkgever, die hem als werkgever in de onderneming of inrichting mocht opvolgen. De toelating om zelf het in het eerste lid bedoelde risico te dragen geschiedt, tenzij de werkgever de Staat is, niet voordat de werkgever, tot zekerheid voor de nakoming zijner uit deze wet voortvloeiende verplichtingen, aan de Rijksverzekeringsbank een pand heeft gegeven ofte haren behoeve hypotheek heeft gesteld, een en ander voldoende aan de daaromtrent bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen voorschriften. Indien de toelating zich ook uitstrekt tot den rechtverkrijgende van den werkgever, strekt de gestelde zekerheid tevens tot waarborg voor de nakoming der verplichtingen, welke uit deze wet voortvloeien voor den rechtverkrijgende, zoolang deze niet zelf voor de nakoming zekerheid heeft gesteld.

Overdracht van het in het eerste lid bedoelde risico aan eene naamlooze vennootschap of rechtspersoonlijkheid bezittende vereeniging wordt alleen toegelaten, indien en zoolang de Rijksverzekeringsbank van de vennootschap of vereeniging tot zekerheid voor de nakoming harer uit deze wet voortvloeiende verplichtingen een pand heeft, voldoende aan de daaromtrent bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen voorschriften.

In

de

pand gegeven kunnen voor zoover

laatste,

zij

slechts worden gelden en fondsen; voorkomen op de lijst, bedoeld bij

voorlaatste lid der Ongevallenwet 1901. De zekerheid, het tweede lid, kan ook gedeeltelijk door pand, gedeeltelijk door hypotheek gesteld worden. De interesten van een pand, als bedoeld in het tweede en derde lid, worden door het bestuur der Rijksverzekeringsbank aan dengene, die het heeft gegeven, overgemaakt of met hem verrekend. Indien het pand uit eene geldsom bestaat, wordt deze niet afzonderlijk bewaard, maar in de kas der Rijksverzekeringsbank gestort en worden de interesten berekend op den in artikel artikel 92,

bedoeld

97,

in

onder

3,

bedoelden voet.

Onder naamlooze vennootschap

verstaat deze wet ook een buitenlandsche vennootschap, die in rechtskarakter met de Nederlandsche naamlooze vennootschap overeenkomt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's