Sociale hervormingen - pagina 55
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
1
;
45 Artikel 118.
Overtreding van artikel 8i wordt gestraft met geldboete van ten hoogste honderd gulden, indien het feit niet in een zwaardere strafbepaling valt. Artikel 119. (i) Met hechtenis van ten hoogste acht dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden wordt, indien het laatste lid van dit artikel niet van toepassing is, gestraft de werkgever, die een deel van het bedrag der premie van het loon van een werkman afhoudt, zonder dat hij de premie betaald heeft of gelijktijdig met het loon betaalt. Het voorgaande lid is niet van toepassing, indien de premie (2) betaald moet worden na de betaling van het loon.
De werkgever, die hetzij opzettelijk een werkman in (3) dwaling brengt omtrent het aantal of de loonklasse der premiën, welke door hem voor den werkman worden betaald, hetzij een werkman, die daaromtrent in dwaling verkeert, wetende of vermoedende dat dit het geval is, daaromtrent in dwaling laat,, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Artikel 120. (i) De werkman, die niet voldoet aan de hem bij of krachtens deze wet opgelegde verplichtingen betreffende de betaling van premiën, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste twee gulden voor elke kalenderweek, waarover hij die verplichtingen niet is nagekomen. De bepaling van het laatste lid van artikel 1 6 is van toepassing ten aanzien van den werkman. Niet strafbaar is de werkman, die over een kalenderweek (2) geen premie betaalt, indien hij aantoont in die kalenderweek ten gevolge van ziekte, gebrek aan werk of werkstaking niet te hebben gewerkt tegen loon of als ondernemer; de gehuwde vrouw volstaat met aan te toonen, dat zij in die week niet heeft gewerkt tegen loon of als ondernemer.
Artikel 121.
Met gevangenisstraf van
ten hoogste drie jaren wordt, indien een zwaardere strafbepaling valt, gestraft: 1. hij, die zich krachtens deze wet verzekert, terwijl de ambtenaar of de commissie, die hem toelaat zich te verzekeren, in dwaling verkeert omtrent zijn identiteit, wetende of vermoedende dat die ambtenaar of die commissie daaromtrent in dwaling^ verkeert 2^. hij, die de verzekering krachtens deze wet van een derde,
het
feit niet in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's