Sociale hervormingen - pagina 327
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
315
van een arbeidsreglezeggen voor het uit het medegedeelde op bladz. 52 der Memorie van Toelichting blijkende standpunt van den Minister, dat dit onderwerp zijnen ambtgenoot van Justitie raakt, en niet minder is er aan te voeren voor het standpunt van laatstgenoemden Minister, die meent dat een voorschrift, waarbij zoodanige verplichting wordt opgelegd, zich in onze burgerlijke wetgeving niet op zijne plaats zou kunnen gevoelen (i), maar het is toch niet te verdedigen, dat, als gevolg van dit verschil van opvatting, de zaak ongeregeld blijft. Voor zooveel noodig verklaarden daarom de hier aan het woord zijnde leden, dat het hen onverschillig laat in welke wet de verplichting wordt opgenomen, mits zij slechts worde voorgeschreven. alsnog de verplichting
tot het uitvaardigen
ment worde opgelegd. Er
is
stellig veel te
§ 4. De vraag werd gesteld, of bij het samenstellen van het ontwerp de quaestie wel genoegzaam onder de oogen is gezien van de toepasselijkheid der voorgedragen maatregelen op gemeentebedrijven en op sommige takken van Rijksdienst. In het ontwerp van wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst is uitdrukkelijk bepaald, dat de daarin gegeven voorschriften niet van toepassing zullen zijn op de personen in dienst van Staat, provincie, gemeente, waterschap of eenig ander publiekrechtelijk lichaam. Het tegenwoordig ontwerp doet zulks niet, en de vraag scheen gewettigd, of de Regeering zich van de gevolgen daarvan wel voldoende rekenschap heeft gegeven. Zoo scheen het, met het oog op de eischen van den dienst in sommige gemeentebedrijven, niet geheel vrij van bedenking, dat de toelating van Zondagsarbeid in fabrieken en werkplaatsen geheel afhankelijk zal zijn van hetgeen daaromtrent bij algemeenen maatregel van bestuur zal worden bepaald eene regeling in grove trekken bij de wet scheen, althans voor dit geval, de voorkeur te verdienen. Voorts eischt de dienst der telephonie eenigen, zij het ook tot weinige telephonisten beperkten, nachtdienst krachtens de bepalingen omtrent den arbeidsduur voor vrouwen zullen dezen echter niet met dien dienst mogen worden belast, hetgeen groote moeilijkheid zal medebrengen. Eene dubbele eigenaardigheid vertoont dit geval door de omstandigheid, dat de telephonie niet alleen door het Rijk en door de gemeenten, maar ook door particulieren kan worden uitgeoefend, zoodat hier zelfs eene uitsluiting van de toepasselijkheid der wet, voor zoover publiekrechtelijke lichamen betreft, de eischen der praktijk niet ;
;
zou bevredigen. § 5. Met het door de Regeering met betrekking tot de aansprakelijkheid aangenomen stelsel kon men zich over het algemeen wel vereenigen. Nochtans werd opgemerkt, dat in hetgeen thans wordt voorge-
(i) Zitting
1903
— 1904,
Gedrukte Stukken
n".
137
(3)
blz.
21.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's