Het Ministerie-Kuyper - pagina 7

PRO wier samenhang ze

feiten

met de

doorzien.

niet in

grondstellingen, waarvan wordt uitgegaan,

Wat óók

kan,

dat

is,

dat

men

tijdelijk

het leven wakker geschud, op den tast af zich een

door

weg

zoekt zonder vooralsnog volkomen te doorzien, wat het geestelijk

motief

is,

dat

nooit kan, dat

bij is,

Maar wat niet kan en samenhangend en welbewust dat op eenig terrein zulk een actie voorzit.

des levens, waar geestelijke belangen domineeren, wordt opgetreden,

zonder

dat

aan

dat

optreden

voor

hem

die dieper denkt, een

van levensbeschouwing ten grondslag ligt. Grijpt nu het staatsieven telkens en telkens naar zijn aard in de grootste geestelijke belangen van het volk in, en heeft de politiek aan te geven, naar welke beginselen zulks zal geschieden, stelsel

dan spreekt het vanzelf, dat deze politieke beginselen ten nauwste samenhangen met, en voortvloeien uit de algemeene levensbeschouwing, die men in 't algemeen aanhangt. Zulk een levensbeschouwing nu is nooit een kwestie van weten, maar van gelooven, geen conclusie, die men moet of ook zelfs

kan bewijzen, maar een zaak van eerlijke overtuiging. Redeneeren en bewijzen kan men wel doen, waar het betreft Maar zoodra tracht men niet op te klimmen afgeleide beginselen. uitgangspunten en grondstellingen, die algemeene meest de tot dat redeneeren worden aangenomen of men stuit ten slotte bij op begrippen en oordeelen, die, zelf geen nader bewijs toelatend, eenvoudig moeten worden aangenomen of verworpen. Hierover is men het dan ook onder de denkende koppen van wel eens. Een breede schare van halve en alle richtingen vrij kwart-geleerden moge nog altoos bazelen van een tegenstelling tusschen „geloof" eenerzijds en „wetenschap" anderzijds, wie doordenkt, weet, dat deze anti-these, in den hier bedoelden zin, eenvoudig niet bestaat. Men kan verschillen over de vraag, waar tusschen die beide de grens loopt en wat van het eerste den inhoud is, dat ze geen tegenstelling vormen dan in den zin van twee stadiën in ons kennen, waarbij het eerste, „het geloof" den grondslag vormt voor ons weten, onderschrijft thans ieder doordenkend man. Hierbij komt een tweede punt, te weten dit, dat welke grondbegrippen en grondstellingen van levensbeschouwing men ook huldigt, deze alle altoos dit

gemeen hebben, dat

den karaktertrek vertoonen, dat ze met zich

ze logisch bezien

zelf of

met elkander

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen