Sociale hervormingen - pagina 515
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
503 wenschelijkheid om eene voorziening te treffen waardoor arbeiders, die de gegeven voorschriften overtreden, door de Overheid van het werk zouden kunnen worden verwijderd. Ook dit middel is ten onzent niet bekend in de wetgeving. Zoo min mogelijk behoort op den arbeider eene strafrechtelijke verantwoordelijkheid te rusten, waar het betreft de naleving van bepalingen, die in zijn belang zijn vastgesteld. Het verlangen of de noodzakelijkheid om te arbeiden en loon te verdienen, maakt dat menig arbeider er toe komt te arbeiden langer dan geoorloofd is of onder
omstandigheden, die de wet niet heeft toegelaten. Hem in die gevallen te straffen gaat niet aan; daartoe is dan ook niet het in dat ontwerp is, voorstel gedaan in de nieuwe Arbeidswet waar zulks mogelijk was, de werkgever aansprakelijk gesteld voor de naleving van de bepalingen der wet. Tegen eene verwijdering van het werk, waarvan in het Verslag sprake is, bestaat soortgelijk bezwaar; zij zoude voor den arbeider een niet ongevoelig leed zijn. Ook dergelijke verwijdering is in onze wetgeving niet bekend. Toch kan het niet in acht nemen van de bepalingen, die bijv. in het Veiligheidsbesluit voorkomen, door de arbeiders de gezondheid en zelfs het leven van anderen in de waagschaal stellen. Eene andere vraag is of de werkgever een arbeider in zijn dienst en op het werk zal willen houden wanneer deze de gezondheid of het leven van anderen in de waagschaal stelt.
—
Art. 12. Tegen de aanvulling van het artikel, die in het verslag wordt aanbevolen, heeft de ondergeteekende geen overwegend bezwaar. Noodzakelijk schijnt de aanvulling niet vermits caissonwerkzaamheden wel niet zoo in het verborgene zullen plaats hebben, dat zij aan de aandacht van de bevoegde ambtenaren zullen ontsnappen. Art. i${otid). Nader overleg met den Minister van Oorlog heeft aangetoond, dat er bij dien Minister geen bezwaar bestaat tegen schrapping van het artikel. Art. 15 {nieuw). De commissie, die den algemeenen maatregel ontwerpt, heeft de wenschelijkheid aangetoond om het artikel
op te nemen. Met dit artikel in de wet zullen in den algemeenen maatregel strengere eischen worden opgenomen dan anders. Met het oog daarop is het wenschelijk om ten aanzien van zeer enkele punten, opgenoemd in art. i, genoegen te kunnen nemen met
minder
strenge
eischen
maar
alleen
bij
in
uitvoering
zijnde
werken. Dat geschiedt het best indien aan den Minister de bevoegdheid wordt toegekend om voor die werken vrijstelling te verleenen.
De
Minister van Binneiilandsche Zaken,
KUYPER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's