Sociale hervormingen - pagina 457
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
445
dan als een klapdeur waardoor alle fabrieken en werkplaatsen aan de werking van het in art. 325 gestelde beginsel kunnen
worden onttrokken. Gevraagd werd verder, wat het fabrieken en kunnen worden gebracht. 2
bedoelde
verschil
werkplaatsen
en
is
tusschen de onder die
welke onder
7
Art. 328. Dat uit den aard der zaak het voorschrift betreffende de bedrijfsrust geene toepassing kan vinden op het bewaken van fabrieken en werkplaatsen, werd toegegeven. Men meende echter, dat dit geene reden mag zijn om zich te onthouden van elke regeling van de nachtrust der bewakers.
De
309— 329 behelzen bepalingen van alge330 wordt echter bijzonder terrein betreden. In overweging werd daarom gegeven om, op gelijke wijze als in § I van deze afdeeling bij verschillende artikelen, welke op bijzondere bedrijven betrekking hebben, is geschied, ook hier de artikelen te voorzien van een opschrift, waaruit aanstonds blijkt, dat het artikel handelt over eene inrichting tot zuivelbereiding of wel over eene broodbakkerij. Art. 330.
meenen aard;
artikelen
bij
art.
Art. 332. Sommige leden merkten op, dat deze bepaling zeer ten nadeele zal zijn van de kleine bakkerijen. Zij meenden echter, dat eene verkorting van den arbeidsduur voor de bakkersgezellen zoo noodzakelijk is, dat de schade aan het klein-bedrijf toegebracht hier niet mag wegen. Terwijl toch in de groote bakkerijen en broodfabrieken thans de wekelijksche arbeidsduur zelden meer dan 66 uren bedraagt, zijn het juist de kleine bakkerijen, waar overmatige arbeid van de gezellen wordt gevorderd. Anderen wezen er hiertegenover op, dat die schade voor het klein-bedrijf in het stelsel van het ontwerp ruimschoots wordt vergoed door de bepaling van art. 266, a; zij vestigden er voorts de aandacht op, dat de opmerking van eerstgenoemde leden een krachtig bewijs levert voor de stelling, dat in het kleinbedrijf de toestanden veelal meer te wenschen overlaten dan bij de groot-industrie.
Enkele leden zouden gaarne zien, dat de bepaling eenigszins werd verscherpt. Zij meenden te weten dat een wekelijksche arbeidsduur van 68 uren voor de bakkerijen voldoende zal zijn; des Zaterdags zou dan 13 uren kunnen worden gearbeid en op de overige werkdagen 1 1 uren. In het belang der controle werd aanbevolen de weinig zeggende uitdrukking „voor ten hoogste twee etmalen per week" te laten vervallen en liever duidelijk te
doen uitkomen, dat bedoeld
worden de dagen onmiddellijk voorafgaande aan de Zon- en feestdagen. Wordt aan dezen wensch geen gevolg gegeven, dan staat het, meende men, te vreezen, dat door den gezellen om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's