Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 63

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeene beschouwingen. Zij, die behooren tot het groote deel der bevolking, dat voor § 1 eigen en gezinsonderhoud geheel afhankelijk is van de opbrengst van zijn in dienst van anderen verrichten arbeid, moeten in die opbrengst hun bestaansmiddel vinden, niet alleen voor de jaren, waarin zij arbeiden kunnen, maar ook voor die andere jaren, waarin ze ten gevolge van duurzame invaliditeit of ouderdom niet meer tot arbeiden in staat zijn. Immers verteren zij de opbrengst van hun arbeid geheel in de jaren van hun normale kracht, zoo staan zij hulpeloos zoodra die arbeidskracht hun geheel of bijna geheel begeeft. Is hierbij buitengewone rampspoed of andere buitengewone oorzaak in het spel, zoo kan soms door bloedverwanten en op breeder schaal door de weldadigheid in dien nood voorzien worden. Maar deed zich zulk een noodstand bij geheele lagen der bevolking voor, zoo zou de mildste weldadigheid te kort schieten, en, ter afwering van pauperisme, de publieke kas ter voorziening worden opgeroepen. Hiertoe echter is, in een zin als hierbedoeld, de Staat noch verplicht, noch bij machte een stelling die naar het oordeel van de ondergeteekenden voorshands geen betoog vraagt. Is afwenteling van eigen ouderdomslast op anderen, gevallen van buitengewonen aard uitgezonderd, zedelijk ongeoorloofd, zoo volgt hieruit de zedelijke verplichting om in de jaren van zijn normale kracht zelf voor zijn toekomst te zorgen. Dit klemt vooral voor hen, wier inkomen uit arbeid beperkt is, daar deze in den regel tot een klasse der bevolking behooren, waarin ook bij hun bloedverwanten niet over genoegzaam ruime middelen ter ondersteuning van anderen beschikt wordt. Ook de Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk besluit van 31 Juli 1895, ^^- 21, ontried deswege de laagste inkomens buiten beschouwing te laten (i). .

;

(i) Verslag dd.

2 Juli

1898 van de werkzaamheden dier commissie,

blz.

45.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's