Sociale hervormingen - pagina 83
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
73
macht zich wijzen rijzen
tot
duidelijk
over
dusver
deze
vragen had
genoeg de moeilijkheden
uit te
die
aan,
spreken,
dan zullen
i).
Voor den wetgever
geldt het hier, strijdige belangen met eenerzijds de behoefte der practijk, die vordert, dat met den minderjarige veilig eene arbeidsovereenkomst kan worden gesloten, aan den anderen kant de handhaving van het ouderlijk gezag en de zorg voor het welzijn van den minderjarige, die door het lichtvaardig aangaan eener arbeids-
elkaar
te
verzoenen
:
overeenkomst zijne toekomst kan in de waagschaal stellen. Het ontwerp van mr. Drucker tracht deze strijdige belangen met elkaar te vereenigen door eene splitsing van de minderjarige arbeiders in die boven de achttien jaren en die beneden dien leeftijd. De minderjarigen ouder dan achttien jaar worden ten aanzien van het arbeidscontract met meerderjarigen gelijk gesteld. Bij die beneden de achttien jaren komt de arbeidsovereenkomst alleen door overgeving van een arbeidsboekje tot stand. In dit ontwerp wordt die onderscheiding niet aangetroffen. Stelt men den minderjarige boven de achttien jaren, behoudens geringe uitzonderingen (vergel. b.v. art. 51 Ontwerp-DRUCKER), geheel met den meerderjarige gelijk, dan zullen, met deze inkrimping van het gezag over den minderjarige voor oogen, zeker de onverschillige ouders en voogden zich ook van alle bemoeiing ontslagen rekenen. En naar de letter der wet hebben zij gelijk, hoewel toch juist op den achttien] arigen leeftijd een toezicht op den minderjarige, ook wat betreft het aangaan van arbeidsovereenkomsten, dikwerf meer dan noodzakelijk zoude wezen. De heethoofdigheid aan den jeugdigen leeftijd eigen zal, ook zonder dat nu juist eene „ernstige bedreiging" (art. 51 Ontwerp-DRUCKER) van zijne toekomst dadelijk aanwijsbaar zal zijn, den minderjarige tot overeenkomsten kunnen brengen, die zijne vooruitzichten allerminst zouden bevorderen. Echter ook de meest nauwgezette ouders of voogden zullen in het belang van den minderjarige weinig kunnen doen. Zij kunnen, ja, hunne raadgevingen aan den minderjarige niet sparen, doch een feitelijk ingrijpen wordt hun in de meeste gevallen belet. De vrijheid, welke naar de bepalingen van het OntwerpDRUCKER aan den minderjarige van achttien jaren zal worden
—
Rb. Amsterdam Rb. Amsterdam 20 Jan. 1843, R. B. 5 (1843), bl. 314. W. v. h. R. n. 291 1. en Hof Noord-Holland 4 Juni 1868, W.v.h.R. n'. 3044 Hof Noord-Holland 23 Nov. 1870, W. v. h. R. n. 3270 H. R. 20 Dec. 1844, W. v. h. R. n. 561, en 30 Nov. 187 1, W. v. h. R. n. 3404 Rb. Groningen 1 Febr. 1894, Pal. v. Just. 1894, n*. 62; Hof Leeuwarden 7 April v h R n - 6 53 2 Rb 1894, W. v. h. R. n. 6490; H. R. 25 Juni 1894, 1 21 April 1897, W. v. h. R. n. 7038. s Gravenhage In Frankrijk neemt men aan, dat de minderjarige het contract kan sluiten, echter alleen met (uitdrukkelijke of stilzwijgende) machtiging van vader of voogd; zie Le Saulnier, t. a. p„ bl. 140 vgl. Guillouard, t. a. p. n. 702 Hubert-Valleroux, t. a. p., bl. 96 vlg. Over de moeilijkheden op dit punt vergelijke men ook: Tartufari, t. a. p., bl. 20 vlg. 1)
6 Febr. 1867,
—
—
w
-
;
—
-
-
-
—
—
-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's